Overkappingsprothese op implantaten in de edentate bovenkaak (2018)
Introductie
De aanbevelingen op een rijtje
De richtlijn is onderverdeeld in de volgende hoofdstukken:
- Inleiding
- Wie komen er in aanmerking voor implantaten in de bovenkaak?
- Hoeveel implantaten zijn het meest effectief?
- Uitdagende omstandigheden: met versus zonder voorafgaande botopbouw
- Uitdagende omstandigheden: betand versus onbetand.
De richtlijn is niet van toepassing voor edentate patiënten met een oncologische voorgeschiedenis in het hoofd-halsgebied en met andere specifieke lichamelijke aandoeningen die leiden tot ernstig gecompliceerde problematiek.
Er zijn 8 aanbevelingen geformuleerd:
- Voor de patiënt die nog kort tandeloos is dient, voorafgaand aan het besluit tot plaatsen van een overkappingsprothese op implantaten, ingeschat te worden of sprake is van een reële klacht, een (reële) verwachting over het eindresultaat, en of haalbaarheid daarvan mogelijk is.
- Bij patiënten met functieklachten over hun boven gebitsprothese, die in de kern terug te voeren zijn op extreme botresorptie van hun tandeloze bovenkaak en bij wie van technische optimalisatie van de prothese geen afdoende effect op de klachten mag worden verwacht, kan een overkappingsprothese op implantaten worden overwogen.
- Bij patiënten met functieklachten over hun boven gebitsprothese, bijvoorbeeld vanwege complicerende factoren, zoals een droge mond, dun kwetsbaar slijmvlies of pijn door druk of frictie van de prothese, kan een overkappingsprothese op implantaten in de bovenkaak worden overwogen.
- Bij patiënten bij wie functieklachten aan hun boven gebitsprothese in de kern terug te voeren zijn naar een gebrek aan occlusie en articulatie, dient dit eerst op orde te worden gebracht. Zo kan in het geval van een desolate restdentitie in de onderkaak overwogen worden om eerst een volledige prothese in de onderkaak te vervaardigen.
- Bij patiënten met functieklachten over hun boven gebitsprothese heeft een nieuwe conventionele prothese de voorkeur boven een overkappingsprothese op implantaten.
- Bij volledig tandeloze patiënten, bij wie een indicatie voor een overkappingsprothese op implantaten in de bovenkaak is gesteld kan, als alternatief voor zes implantaten, de plaatsing van vier implantaten worden overwogen.
- In de geaugmenteerde bovenkaak wordt aangeraden ter ondersteuning van een overkappingsprothese te kiezen voor zes implantaten, mist voldoende ruimte voor de prothetische constructie gewaarborgd blijft.
- In geval van de aanwezigheid van een natuurlijke dentitie in de onderkaak wordt aangeraden, alvorens over te gaan tot een implantaatgedragen overkappingsprothese in de bovenkaak, om eerst complicerende factoren, zoals gebrek aan acceptatie, tekort aan intermaxillaire ruimte, en bruxisme te beoordelen.