Richtlijn

Gebitsslijtage van blijvende elementen

Indicatie restauratieve behandeling

Uitgangsvraag 5

-

Wat is de indicatie voor restauratieve behandeling bij mensen met functiebedreigende gebitsslijtage?

Aanbeveling

+

Bij patiënten zonder functiebedreigende gebitsslijtage is restauratieve behandeling van gebitsslijtage niet geïndiceerd.

Bij patiënten met functiebedreigende gebitsslijtage bij wie er een kans bestaat dat preventieve maatregelen de klachten en progressie van gebitsslijtage beperken, is restauratieve behandeling van gebitslijtage niet geïndiceerd (monitoring en preventieve maatregelen blijven aanbevolen (zie overige modules)).

Bij patiënten met functiebedreigende gebitsslijtage bij wie er géén kans (meer) bestaat dat preventieve maatregelen effectief zijn tegen klachten en beperking van progressie van gebitsslijtage, kan restauratieve behandeling van gebitsslijtage overwogen worden. Bespreek dit met de patiënt.

De invulling van een eventueel restauratief behandelplan valt buiten bestek van deze richtlijn, waarbij de richtlijnontwikkelcommissie een minimaal invasieve aanpak als uitgangspunt beschouwt.

Methoden

Op 20 maart 2024 is in Ovid Medline gezocht naar bewijs uit de literatuur voor beantwoording van de uitgangsvraag. Hierbij is gezocht naar combinaties van gecontroleerde trefwoorden en vrije tekstwoorden gericht op gebitsslijtage en determinanten voor curatieve behandeling. De volledige zoekstrategie is opgenomen in bijlage 4. Met behulp van tevoren vastgestelde selectiecriteria is de literatuurselectie uitgevoerd in twee stappen: eerst op basis van titel en abstract en daarna op basis van de volledige tekst. De literatuurselectie is weergegeven in bijlage 5.

Resultaten

Literatuursearch en -selectie

+

In totaal voldeden twee artikelen aan de selectiecriteria68,69, waaronder één scoping review 68. Omdat er in deze scoping review slechts één artikel werd gevonden, is ervoor gekozen dit artikel los te includeren in plaats van de scoping review.70 De twee studies zijn samengevat in bijlage 6. Beiden waren prospectieve cohortstudies. Alhoewel deze studies enig inzicht geven in factoren die een rol kunnen spelen in de overweging om over te gaan tot curatieve behandeling, geven deze artikelen geen direct antwoord op de uitgangsvraag.

Effectiviteit

+

Kalaykova et al. voerden een studie uit onder 23 patiënten met matig-ernstige gebitsslijtage en een verzoek tot restauratie vanwege problemen met kauwen, discomfort of onvoldoende esthetiek.70 Alle patiënten kregen een restauratieve behandeling met directe composietrestauraties. Objectieve en subjectieve kauwprestatie werd gemeten voorafgaande aan de behandeling en één maand na behandeling. Objectieve kauwprestatie, gemeten middels de deeltjesgrootte van artificieel voedsel na 20 keer kauwen, was onveranderd na restauratie. Wel was er na restauratie een significante afname in de bijtkracht en was er een significante verbetering te zien in de mondgezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven (gemeten met de Oral Health Impact Profile questionnaire (OHIP)).

Sterenborg et al. voerden een studie uit onder 124 patiënten met matig-ernstige gebitsslijtage.69 Hieronder bevonden zich 78 patiënten met een verzoek tot restauratief ingrijpen en die restauratieve behandeling ontvingen met directe composietrestauraties. De andere 46 patiënten hadden geen verzoek tot restauratie en ontvingen counseling en monitoring. Een jaar later werd de mondgezondheid gerelateerde kwaliteit van leven opnieuw gemeten. In de counseling en monitoring groep was de score onveranderd (OHIP-score 0,4). In de restauratieve groep was de OHIP-score verbeterd van 0,8 voor behandeling naar 0,3 één jaar later.

Kwaliteit van het bewijs

+

Omdat er geen sprake was van vergelijkend onderzoek maar slechts oriënterend onderzoek voor het onderzoeken van determinanten, is er geen GRADE-beoordeling uitgevoerd. Over het algemeen is de kwaliteit van het bewijs laag, aangezien er sprake is van observationele studies zonder vergelijkende arm. Daarnaast hebben beide studies een geringe omvang die uitgevoerd zijn in slechts één centrum.

Conclusie

ZEER LAAG Het zou kunnen dat een restauratieve behandeling bij patiënten met matig-ernstige gebitsslijtage een verbetering geeft in subjectieve kauwprestaties.

Kalaykova, 201963

ZEER LAAG Het zou kunnen dat een restauratieve behandeling bij patiënten met matig-ernstige gebitsslijtage en een verzoek tot behandeling kan leiden tot een verbetering in mondgezondheid gerelateerde kwaliteit van leven terwijl voor patiënten zonder hulpvraag counseling en monitoring afdoende is.

Sterenborg, 201869

Van bewijs naar aanbeveling

Gewenste effecten

+

Met behulp van wetenschappelijk bewijs kan geen direct antwoord op de uitgangsvraag worden verkregen, maar uit het beschikbare bewijs is wel de indruk af te leiden dat restauratieve behandeling van gebitsslijtage bij een geselecteerde groep patiënten (patiënten met functiebedreigende gebitsslijtage bij wie er géén kans (meer) bestaat dat preventieve maatregelen effectief zijn tegen klachten en beperking van progressie van gebitsslijtage) geassocieerd is met een betere aan mondgezondheid gerelateerde kwaliteit van leven.

Ongewenste effecten

+

Restauratieve behandeling van gebitsslijtage heeft tot consequentie dat patiënten in een restauratieve cyclus terechtkomen. De restauratieve behandeling zal doorgaans herhaald moeten worden. Ook moeten patiënten vaak wennen aan de gerestaureerde situatie in de mond (bijv. spreken, kauwen).

Kwaliteit van bewijs

+

De algehele kwaliteit van bewijs is zeer laag.

Waarden en voorkeuren van patiënten

+

De richtlijnontwikkelcommissie verwacht dat er variatie is in waarden en voorkeuren van patiënten voor wat betreft de afweging om al dan niet open te staan voor restauratieve behandeling van gebitsslijtage. Deze factoren kunnen afhankelijk zijn van persoonlijke waarden van de patiënt t.a.v. bijv. esthetiek, klachten van de patiënt bijv. pijn, en persoonlijke omstandigheden bijv. sociaal-economische omstandigheden en leeftijd.

Balans gewenste en ongewenste effecten

+

Er is geen duidelijk bewijs voor of tegen restauratief ingrijpen. De richtlijnontwikkelcommissie is van mening dat verschillende factoren tegen elkaar afgewogen moeten worden. Daarbij is de commissie van mening dat restauratieve behandeling van gebitsslijtage pas geïndiceerd kan zijn op het moment dat van preventieve maatregelen en adviezen geen gunstige effecten op de progressie van gebitsslijtage en de klachten van de patiënt (meer) te verwachten zijn.

Economische overwegingen en kosteneffectiviteit

+

Restauratieve behandeling van gebitsslijtage gaat gepaard met aanzienlijke kosten.

Gelijkheid (health equity)

+

De richtlijnontwikkelcommissie verwacht dat ongelijkheid toeneemt indien restauratieve behandeling van gebitsslijtage laagdrempelig wordt toegepast.

Aanvaardbaarheid

+

Deze richtlijn beoogt tandartsen, mondhygiënisten en orthodontisten handvatten te bieden voor screening, diagnostiek en beleid bij gebitsslijtage, inclusief counseling, monitoring en de stap naar restauratieve behandeling. Het doel daarvan is de kwaliteit van de mondzorg voor patiënten te verbeteren, waarbij over- en onderdiagnostiek wordt beperkt, patiënten zo min mogelijk klachten van gebitsslijtage hebben en restauratieve behandeling zoveel mogelijk wordt voorkomen of uitgesteld.

Het kan zijn dat sommige mondzorgverleners zich door invoering van deze aanbeveling geremd voelen in het uitvoeren van restauratieve behandeling. Dit kan enige weerstand op leveren.

In het geval dat restauratieve behandeling overwogen wordt, kan dit gedaan worden aan de hand van de volgende factoren, en in overleg met de patiënt en afhankelijk van diens voorkeuren:

  • Verwachte gunstige effecten van restauratieve behandeling van gebitsslijtage op de volgende domeinen:71
    • Opheffen of verminderen van functiebeperkingen (kauwvermogen en esthetiek)
    • Opheffen of verminderen van fysieke pijn
    • Opheffen of verminderen van psychosociale beperkingen
    • Opheffen of verminderen van sociale beperkingen (bijv. durven te lachen)
  • Verwachte ongunstige aspecten geassocieerd met restauratieve behandeling van gebitsslijtage:
    • Complicaties, zoals in de restauratieve cyclus belanden
    • Bijwerkingen, risico op het wennen aan de nieuwe situatie (praten, kauwen)
    • Kosten

Haalbaarheid

+

De richtlijnontwikkelcommissie verwacht geen knelpunten in de haalbaarheid van deze aanbeveling.