Richtlijn

Derde molaar (2020)

Vervolgdiagnostiek

Uitgangsvraag 3 - Vervolgdiagnostiek

-

Wat is de plaats van een CBCT en panoramische röntgenopname bij het verwijderen van derde molaren?

Inleiding bij uitgangsvraag 3

+

Een van de meest vervelende complicaties na verwijdering van de derde molaar in de onderkaak is schade aan de nervus alveolaris inferior, met als gevolg een sensibiliteitsstoornis in het verzorgingsgebied van de nervus mentalis. Deze sensibiliteitsstoornis kan permanent zijn en heeft een negatief effect op de kwaliteit van het leven. Dit komt niet vaak voor, maar als er sprake is van een nauwe relatie tussen de radices van de derde molaar en canalis mandibularis is het risico wel verhoogd.

Het is daarom belangrijk om preoperatief deze relatie goed in te schatten. Een tweedimensionale (2D) röntgenfoto waarop de relatie van de canalis mandibularis met de derde molaar wordt afgebeeld, is hiervoor de standaard diagnostische beeldvormende techniek. Tegenwoordig wordt hiervoor ook steeds meer gebruik gemaakt van driedimensionale (3D) beeldvorming, waarbij vooral de cone beam computer tomografie (CBCT) in zowel de kaakchirurgische als algemeen tandheelkundige praktijk opgang heeft gemaakt. Aan deze toepassing ligt de aanname ten grondslag dat 3D visualisatie een beter inzicht geeft in de relatie tussen de derde molaar en de canalis mandibularis en op deze wijze van grote waarde is bij het voorkomen van schade aan de nervus alveolaris inferior. De chirurgisch ingreep kan dan meer geleid plaatsvinden. Inherente nadelen van de CBCT zijn de hogere kosten en de hogere stralingsbelasting. Derhalve kan de belangrijke vraag worden opgeworpen of de CBCT inderdaad leidt tot minder morbiditeit voor de patiënt en of de voordelen van CBCT opwegen tegen de hogere kosten en hogere stralingsbelasting in vergelijking met een panoramische röntgenopname (Ghaeminia et al., 2015).

Aanbevelingen bij uitgangsvraag 3

+

Een panoramische röntgenopname dient te worden beschouwd als de standaard onderzoeksmethode om de derde molaren en de relatie met omliggende structuren te beoordelen.

Bij patiënten met tekenen van een verhoogd risico op schade van de nervus alveolaris inferior kan de behandelaar overwegen om een CBCT als aanvullende beeldvormende techniek in te zetten teneinde een betere risico-inschatting te kunnen maken. Dit geldt voor een volledige overlap van de radices van de derde molaar met de canalis mandibularis, of overlap in combinatie met een of meer van de onderstaande tekenen op de panoramische röntgenopname:

  • donkere radices ter plaatse van de overlap;
  • onderbreking van de radiopake lijn van de canalis mandibularis;
  • deviatie van de canalis mandibularis.

Als is besloten om aanvullend een CBCT te maken, dienen de volgende tekenen te worden gebruikt om te bepalen of een alternatieve behandeloptie geïndiceerd is bij volledige overlap van de radices van de derde molaar met de canalis mandibularis in combinatie met:

  • Een linguale positie van de canalis mandibularis ten opzichte van de radices met afplatting van de canalis mandibularis;
  • Afplatting van de canalis mandibularis in het contactoppervlak met de radices;
  • Interradiculaire positie van de canalis mandibularis met omvatting canalis door de radices.

Overwegingen bij uitgangsvraag 3

-

Algehele kwaliteit van bewijs

De algehele kwaliteit van bewijs met betrekking tot de diagnostische accuratesse van een panoramische röntgenopname en CBCT in het voorspellen van nervus alveolaris inferior-exponatie is zeer laag, voornamelijk vanwege het hoge risico op selectie van patiënten en onbetrouwbare referentietest. Hierdoor zijn inconsistente uitkomsten over sensitiviteit en specificiteit gerapporteerd. De algehele kwaliteit van bewijs met betrekking tot evaluatie van twee diagnostische en behandelstrategieën is laag. Hierbij is ervan uitgegaan dat schade aan de nervus alveolaris inferior een cruciale uitkomstmaat is, en de overige uitkomstmaten wel belangrijk maar niet cruciaal zijn.

Kosten

Volgens Deense cijfers zou CBCT ongeveer 3 tot 4 keer zo duur zijn als een panoramische röntgenopname. CBCT als aanvulling op een panoramische röntgenopname heeft geen aantoonbaar betere, voor de patiënt belangrijke uitkomsten laten zien. Het toevoegen van CBCT voor alle patiënten met een verhoogd risico op schade aan de nervus alveolaris inferior is geen kosteneffectieve strategie, wanneer gekozen wordt om de derde molaar vervolgens in zijn geheel te verwijderen. Het maken van een CBCT zou dus specifiek moeten worden geïndiceerd voor een bepaalde patiënt om een specifieke vraagstelling te beantwoorden.

Waarden en voorkeuren van patiënten

Vrijwel alle patiënten zullen de hogere stralingsbelasting vanwege CBCT (in vergelijking met een panoramische röntgenopname) willen vermijden. Alleen wanneer er een duidelijke, specifieke indicatie bestaat dat met de extra informatie uit een CBCT het risico op blijvende zenuwschade verminderd kan worden, zal een CBCT voor een patiënt aanvaardbaar zijn.

Balans van gewenste en ongewenste effecten

CBCT gaat met een vijfmaal grotere stralingsbelasting gepaard dan een panoramische röntgenopname (Ludlow et al., 2008, 2015). Hoe groot het extra risico op kanker zou zijn door toepassing van CBCT bij patiënten met een verhoogd risico op schade aan de nervus alveolaris inferior laat zich moeilijk becijferen. Onder meer omdat de risico’s uiteenlopen voor verschillende typen kankers en verschillende leeftijdsgroepen (Wu et al., 2015).

Tegenover de ongewenste effecten van extra kosten en de verhoogde stralingsbelasting staat bij patiënten met verhoogd risico op schade aan de nervus alveolaris inferior geen aangetoond of redelijk waarschijnlijk effect van minder kans op schade aan de nervus alveolaris inferior en op andere postoperatieve complicaties, wanneer de derde molaar in zijn volledigheid wordt verwijderd.

Het is dan ook te overwegen om bij een hoogrisicopatiënt een expectatief beleid af te spreken dan wel een alternatieve behandeling zoals een coronectomie uit te voeren. Zoals beschreven in hoofdstuk 4 heeft een coronectomie echter ook nadelen en dient dit dus enkel bij de hoogrisicopatiënten te worden uitgevoerd. Een panoramische röntgenopname is uitermate geschikt om de relatie van de derde molaar in relatie met omgevende structuren te beoordelen, maar voor een relatie van de radices en de canalis mandibularis blijkt de betrouwbaarheid van een panoramische röntgenopname zeer laag te zijn om een hoog risico op schade aan de nervus alveolaris inferior aan te tonen. Een CBCT kan deze relatie met een hogere betrouwbaarheid aantonen. Daarnaast blijkt uit hoofdstuk 1 (onderdeel postoperatieve complicaties) dat met behulp van een CBCT het risico op schade aan de nervus alveolaris inferior beter geïdentificeerd kan worden in vergelijking met een panoramische röntgenopname. Een linguale of interradiculaire positie van de canalis mandibularis en afplatting van het kanaal zijn evidente risicofactoren en lijken aan- en afwezigheid van zenuwletsel beter te voorspellen dan tekenen van een verhoogd risico op een panoramische röntgenopname. Uit de studies en op grond van ervaring blijkt dat een linguaal kanaal dat bolvormig is absoluut geen verhoogd risico geeft. Of een afgeplat canalis in andere posities (buccaal, interradiculair) meer risico geeft weten we nog niet, omdat dat veel minder vaak voorkomt.

Rationale voor beide aanbevelingen

De werkgroep heeft veel gewicht toegekend aan het gebruik van beeldvorming met de laagste stralingsbelasting om de benodigde informatie te verkrijgen, indien CBCT meerwaarde heeft voor de diagnostiek en/of de behandelkeuze.

Uitgangsvragen

+

Voor het beantwoorden van de vraag ‘Wat is de plaats van een CBCT bij het verwijderen van verstandskiezen heeft de werkgroep twee systematische reviews uitgevoerd voor de volgende vragen:

1. Is er, wanneer er op een panoramische röntgenopname een verdenking bestaat van een relatie van de derde molaar met de nervus alveolaris inferior, een verschil in accuratesse en betrouwbaarheid tussen CBCT en panoramische röntgenopname in het voorspellen van schade aan de nervus alveolaris inferior na het verwijderen van verstandskiezen in de onderkaak?

2. Is er, wanneer er op een panoramische röntgenopname een verdenking op een relatie van de derde molaar met de nervus alveolaris inferior bestaat, met behulp van informatie uit een aanvullende CBCT schade te voorkomen aan de nervus alveolaris inferior na het verwijderen van de volledige derde molaar in de onderkaak, doordat de chirurg beter is geïnformeerd?

Zoeken en selecteren literatuur

+

Voor het zoeken naar studies voor zowel de eerste als de tweede vraag werd de zoekstrategie van Guerrero et al. (2011) als uitgangspunt genomen. D.d. 29 november 2016 werd in Medline (via PubMed) een zoekactie verricht. Deze leverde 537 treffers op (zie ook bijlage 11). Voor de eerste vraag voldeed een recente review (Matzen et al., 2015) aan de inclusiecriteria. De reviewers hanteerden namelijk dezelfde criteria voor inclusie van diagnostische studies die in onderstaande tabel met selectiecriteria staan vermeld. Deze review bevat drie studies waarin een klinische ‘gouden’ referentietest (het peroperatief a vue komen van de nervus alveolaris inferior) werd gebruikt (Tantanapornkul et al., 2007; Ghaeminia et al., 2009; Matzen et al., 2013a). Daarnaast werd één studie met accuratesse-uitkomsten gevonden die na het verschijnen van deze review werd gepubliceerd (Hasani et al., 2015) en aan de inclusiecriteria voldeed. In totaal zijn er vier studies beschikbaar waarin accuratesse-uitkomsten werden gepresenteerd. Van de hiervoor genoemde studies zijn er twee (Tantanapornkul et al., 2007; Ghaeminia et al., 2009) die zowel accuratesse-uitkomsten als uitkomsten over interwaarnemer betrouwbaarheid presenteerden. De werkgroep droeg nog één studie (Zandi et al., 2015) aan waarin uitkomsten over interwaarnemer betrouwbaarheid werden gerapporteerd. Daarnaast verwijst de review van Matzen et al. (2015) naar een studie (Matzen et al., 2013b) waarin uitkomsten over interwaarnemer betrouwbaarheid werden gerapporteerd. In totaal zijn er vier studies met uitkomsten over interwaarnemerbetrouwbaarheid. Voor de tweede vraag voldeed de review van Matzen et al. (2015) aan de inclusiecriteria. De reviewers hanteerden namelijk dezelfde criteria voor inclusie van interventiestudies die in onderstaande tabel met selectiecriteria staan vermeld. Deze review bevat drie relevante studies (Petersen et al., 2012; Guerrero et al., 2014; Petersen et al., 2014). De studie van Petersen et al. (2012) betreft echter een congresbijdrage die als abstract werd gepubliceerd, en wordt dan ook niet geïncludeerd. Naast deze review werden twee studies gevonden die aan de inclusiecriteria voldeden (Petersen et al., 2016; Ghaeminia et al., 2015). In totaal zijn er dus vier studies waarmee de tweede vraag kan worden beantwoord. Voor het selecteren van de literatuur voor de eerste vraag werden de onderstaande selectiecriteria gebruikt.

Tabel 3.1. Selectiecriteria voor diagnostische studies (vraag 1)

Type studies Cross-sectionele studies
Type patiënten Mannen en vrouwen van elke leeftijd met verstandskiezen in de onderkaak
Index test

Referentietest

Panoramische röntgenopname
Cone-beam computed tomography (CBCT)
Klinische “gouden” standaard: het peroperatief a vue komen van de n.alveolaris inferior
Type uitkomstmaten Sensitiviteit
Specificiteit
Positieve voorspellende waarde
Negatieve voorspellende waarde
Area under the curve
Interwaarnemerbetrouwbaarheid
Type setting Eerste en tweede lijn
Inclusiecriteria Publicaties in Nederlands, Duits of Engels.

Tabel 3.2. Selectiecriteria voor interventiestudies (vraag 2):

Type studies Randomised controlled trials
Type patiënten Mannen en vrouwen vanaf 18 jaar met een derde molaar in de onderkaak met een nauwe relatie met de canalis mandibularis
Interventie
Controle
Panoramische röntgenopname en verwijdering derde molaar in de onderkaak
Aanvullende CBCT en verwijdering derde molaar in de onderkaak
Type uitkomstmaten Aantal door patiënt gerapporteerde gevoelsveranderingen 1 week na de operatie
Aantal patiënten met objectieve schade aan de n alveolaris inferior
Permanente schade aan de n alveolaris inferior [>6 maanden]
Incidentie van andere postoperatieve complicaties (wondinfectie, dry socket)
Mondgezondheid gerelateerde kwaliteit van leven (OHIP-14)
Pijnintensiteit (VAS score)
Duur van de operatie
Aantal spoedbezoeken: extra poliklinische en klinische bezoeken in verband met klachten
Aantal dagen studie- of werkverzuim
Kosten
Type setting Eerste en tweede lijn
Inclusiecriteria Publicaties in andere talen dan Nederlands, Duits of Engels

Samenvatting literatuur

+

1. Bestaat er een verschil in accuratesse (uitkomstmaten: sensitiviteit, specificiteit, positief en negatief voorspellende waarde) en interwaarnemerbetrouwbaarheid tussen CBCT en panoramische röntgenopname in het voorspellen van schade aan de nervus alveolaris inferior gerelateerd aan het verwijderen van verstandskiezen in de onderkaak?

In vier studies met in totaal 402 derde molaren in de onderkaak werd over de accuratesse van CBCT en panoramische röntgenopname gerapporteerd (Tantanapornkul et al., 2007; Ghaeminia et al., 2009; Matzen et al., 2013; Hasani et al., 2015). In vier studies (Tantanapornkul et al., 2007; Ghaeminia et al., 2009; Matzen et al., 2013b, Zandi et al., 2015) werd de interwaarnemerbetrouwbaarheid gerapporteerd.

Accuratesseparameters

De voornaamste karakteristieken van de studies die accuratesse-uitkomsten presenteerden zijn samengevat in tabel 3.3.

Tabel 3.3. Studies waarin de diagnostische accuratesse van panoramische röntgenopname en CBCT werd vergeleken met een klinische ‘gouden standaard’ voor het bepalen van de relatie tussen de derde molaar in de onderkaak en de canalis mandibularis

Studie Studieomvang (aantal molaren) Prevalentie a vue komen van de nervus alveolaris inferior tijdens de operatie Tekenen van direct/nauw contact
Tantanapornkul et al. 142 19% panoramische röntgenopname: ond, don, dev, vern
CBCT: onderbreking corticale lijn
Ghaeminia et al. 53 43% panoramische röntgenopname: ond, don, dev, afb, vern,
CBCT: onderbreking corticale lijn
Matzen et al. 147 14% panoramische röntgenopname: ond, dev, don
CBCT: onderbreking corticale lijn
Hasani et al. 60 68% panoramische röntgenopname: ond, don dev, dil, vern,
CBCT: ond; dev; dil, vern

Opm: Don = donkerkleuring radices bij overlap canalis mandibularis; can = canalis mandibularis afb = afbuiging van de radices; dev= deviatie van canalis mandibularis ond = onderbreking van de witte lijn van canalis mandibularis; vern = vernauwing radices. Dil= dilaceratie radices

Figuur 3.1 geeft een overzicht van de sensitiviteit en specificiteit van beide beeldvormende technieken. De sensitiviteit en specificiteit van beide methoden varieert sterk tussen de studies. Deze variatie lijkt samen te hangen met de selectiecriteria en verschil in prevalentie van het a vue komen van de nervus alveolaris inferior na verwijdering van de derde molaar (tabel 3.3). Deze variatie is het grootst voor een panoramische röntgenopname. Dit is mede te verklaren door hoge interwaarnemer variabiliteit en daarmee lage betrouwbaarheid van een panoramische röntgenopname in het beoordelen van de relatie van de derde molaar met canalis mandibularis. CBCT lijkt het peroperatief a vue komen van de nervus alveolaris inferior beter te kunnen voorspellen in vergelijking met een panoramische röntgenopname (figuur 3.1 en figuur 3.2).

Figuur 3.1. Forest plots van sensitiviteit en specificiteit van panoramische röntgenopname en CBCT m.b.t. voorspellen van nervus alveolaris inferior-exponatie

Figuur 3.2. Summary ROC plot van panoramische röntgenopname en CBCT

Interwaarnemer betrouwbaarheid

Tantanapornkul et al. (2007), Ghaeminia et al. (2009), Matzen et al. (2013b) en Zandi et al. (2015) rapporteerden kappa-waarden voor de interwaarnemer betrouwbaarheid (tabel 3.4). Toepassen van CBCT geeft globaal minder variabiliteit in de beoordeling door verschillende operators.

Tabel 3.4. Interwaarnemer betrouwbaarheid (kappa-waarden: κ) panoramische röntgenopname en CBCT met betrekking tot relatie derde molaar tot de canalis mandibularis

Tekenen op panoramische röntgenopname of CBCT en buccolinguale positie van canalis mandibularis (CM) Panoramische röntgen-opname CBCT
Tantanapornkul et al. (2007) Vernauwing radix
Donkerkleuring radix bij overlap CM
Onderbreking van de witte lijn
Deviatie van de CM
Buccolinguale positie CM
κ: 0,56
κ: 0,87
κ: 0,69
κ: 0,78




κ: 0,75
Ghaeminia et al. (2009) Donkerkleuring radix bij overlap CM
Onderbreking van de witte lijn CM
Contact radix met CM
Buccolinguale positie CM
κ: 0,35
κ: 0,52


κ: 0,78
κ: 0,80
Matzen et al. (2013b) Contact radix met CM

Buccolinguale positie CM
κ: 0,93*
κ: 0,96*
κ: 0,65
Zandi et al. (2015) Donkerkleuring van de radix bij overlap CM
Vernauwing van de radix
Donkere en gespleten wortelpunt
Onderbreking van de witte lijn van de CM
Vernauwing van de CM
Deviatie van de CM
‘Omleiding’ van de CM
κ: 0,15
κ: 0,07
κ: 0,00
κ: 0,17
κ: 0,07
κ: 0,05
κ: 0,07

Kwaliteit van bewijs

De mate van zekerheid van de accuratesse van beide beeldvormende technieken is zeer gering. Er is sprake van ernstige risk of bias en van zeer ernstige heterogeniteit voor zowel sensitiviteit als specificiteit van beide beeldvormende technieken. Nadere details worden in bijlage 13 en bijlage 14 gegeven. De kwaliteit van bewijs met betrekking tot de interwaarnemer betrouwbaarheid werd niet gegradeerd, omdat GRADE hierin niet voorziet.

Conclusies

Zeer laag
GRADE
Diagnostische accuratesse panoramische röntgenopname en CBCT
CBCT lijkt een hogere specificiteit dan een panoramische röntgenopname te hebben en voorspelt daardoor bij een positieve testuitslag mogelijk beter het a vue komen van de nervus alveolaris inferior tijdens de ingreep.CBCT lijkt sensitiever dan een panoramische röntgenopname, en voorspelt daardoor mogelijk beter het niet a vue komen van de nervus alveolaris inferior bij een negatieve testuitslag, maar gezien de kwaliteit van de studies zijn we hier onzeker over.Tantanapornkul et al., 2007; Ghaeminia et al., 2009; Matzen et al., 2013 ; Hasani et al., 2015
Interwaarnemer betrouwbaarheid van panoramische röntgenopname en CBCT
CBCT lijkt een betrouwbaarder onderzoeksmethode in het beoordelen van de relatie van de derde molaar en canalis mandibularis dan een panoramische röntgenopname.Tantanapornkul et al., 2007; Ghaeminia et al., 2009; Matzen et al. (2013b) en Zandi et al. (2015)

2. Is er, wanneer er op een panoramische röntgenopname een verdenking op een relatie van de derde molaar met de nervus alveolaris inferior bestaat, met behulp van informatie uit een aanvullende CBCT schade te voorkomen aan de nervus alveolaris inferior na het verwijderen van verstandskiezen in de onderkaak, doordat de chirurg beter is geïnformeerd?

In drie studies (Guerrero et al., 2014; Petersen et al., 2016; Ghaeminia et al., 2015) werden in totaal 910 verstandskiezen in de onderkaak en 705 patiënten geïncludeerd. In de studie van Petersen et al. (2016) betrof het één molaar per patiënt. Guerrero et al. (2014) sloten patiënten met een hoog risico op IAN-schade uit, omdat zij het ethisch niet verantwoord vonden om bij deze hoog risico patiënten de CBCT ‘achterwege’ te laten. Dit is methodologisch een zeer zwak punt van deze studie. De patiëntengroepen zijn daardoor niet geheel vergelijkbaar. De leeftijd van de patiënten varieerde van 18 tot circa 65 jaar. In twee studies werd het aantal mannen en vrouwen gerapporteerd. Vrouwen blijken hierin oververtegenwoordigd: 357 vrouwen en 193 mannen. De volgende uitkomstmaten werden gerapporteerd:

  • Door patiënt gerapporteerde gevoelsveranderingen 1 week na de operatie;
  • Aantal patiënten met objectieve IAN-schade;
  • Permanent schade aan de nervus alveolaris inferior (>6 maanden);
  • Wondinfecties;
  • Dry socket;
  • Bloedingen;
  • Zwellingen;
  • Ecchymose;
  • Trismus;
  • Mondgezondheid gerelateerde kwaliteit van leven;
  • Pijn (VAS-score);
  • Duur chirurgie;
  • Aantal SEH-bezoeken;
  • Aantal dagen werk- of studieverzuim.

Bijlage 4 verschaft nadere details over de karakteristieken van de vermelde studies.

Percentage door patiënt gerapporteerde gevoelsveranderingen 1 week na de operatie

Combineren van de uitkomsten van de drie vermelde studies levert een statistisch niet significant verschil op tussen CBCT en panoramische röntgenopname (figuur 5.3). Gezien het brede betrouwbaarheidsinterval kan zowel een panoramische röntgenopname als CBCT tot een gunstiger effect, dat wil zeggen: minder risico op NAI-letsel, leiden.

Figuur 3.3. Forest plot of comparison: panoramische röntgenopname versus CBCT, outcome: 1.1 Overall incidence of IAN injury 1 week after surgery

Overige uitkomstmaten

Geen van de andere dichotome uitkomstmaten dan schade aan de nervus alveolaris inferior laat een statistisch significant verschil zien (tabel 3.4), ofschoon er wel een trend is dat gebruik van informatie uit een aanvullend CBCT tot gunstiger effecten leidt. Houden we voor de operatieduur een toename of vermindering met 3 minuten als een relevant effect aan, dan lijkt er geen klinisch relevant verschil te zijn (tabel 3.4). Voor een klinisch relevante vermindering van de pijn wordt doorgaans minimaal 15% aangehouden, ofwel 1.5 mm op een 0-10 mm schaal. Ook wat pijn betreft lijkt er geen klinisch relevant verschil te zijn (tabel 3.4). Voor de OHIP-14 zou een verandering van 5 als een klinisch relevant verschil kunnen worden opgevat. Ook hiervoor is er geen klinisch relevant verschil waar te nemen (tabel 3.4). Als 2 dagen wordt aangehouden als een klinisch relevant verschil voor studie- en werkverzuim, dan is er ook hier geen klinisch relevant verschil waar te nemen.

Tabel 3.4 Uitkomsten van diagnostische strategie met en zonder additionele CBCT na extractie van derde molaar in de onderkaak

Uitkomstmaat Studie Diagnostische en behandelstrategie gebaseerd op informatie uit panoramische röntgenopname en CBCT Diagnostische en behandelstrategie gebaseerd op informatie uit panoramische röntgenopname Relatief risico
(95% BI)
Dichotome uitkomstmaten
Percentage permanente schade aan de n alveolaris inferior [>6 maanden] Ghaeminia 2015

Petersen 2016

3,2% (5/156)

 

0,9% (1/114)

1,2 % (2/164)

 

0,8% (1/116)

2,63
(0,52 – 13,35)1,02
(0,06 – 16,07)
Dry socket 1 week postoperatief Guerrero 2014 1,5% (2/126) 2,3% (3/130) 0,69
(0,12 – 4,05)
Infectie tot 2 maanden postoperatief Ghaeminia 2015 15,4% (24/156) 18,9% (31/164) 0,81
(0,50 – 1,32)
Infectie 1 week postoperatief Guerrero 2014 3,9% (5/126) 4,6% (6/130) 0,86
(0,27 – 2,75)
Zwelling 1 week postoperatief Guerrero 2014 3,2% (4/126) 3,9% (5/130) 0,83
(0,23 – 3,00)
Bloedingen 1 week postoperatief Guerrero 2014 0,0% (0/126) 0,0% (0/130)
Ecchymose 1 week postoperatief Guerrero 2014 2,4% (3/126) 3,1% (4/130) 0,77
(0,18 –3,39)
Trismus 1 week postoperatief Guerrero 2014 0,8% (1/126) 3,1% (4/130) 0,26
(0,03 – 2,28)
Percentage extra –bezoeken aan de polikliniek (één patiënt kan meermalen een bezoek aan het ziekenhuis hebben gebracht) Ghaeminia 2015 16% (25/156) 22% (36/164) 0,73
(0,46 – 1,16)
Continue uitkomstmaten
Duur operatie Ghaeminia 2015

Guerrero 2014

11,1 min (SD: 7,3)

17,9 min (SD: 10,31)

11,9 (SD: 8,8)

17,4 min (SD: 6,36)

OHIP-14 (day 1-7) [0-56] Ghaeminia 2015 18 (SD: 13,3) 17 (SD: 11)
Pijn (VAS score, day 1-7) [0-10] Ghaeminia 2015 4,2 (SD: 2,0) 4,1 (SD: 2,3)
Duur studie- of ziekteverzuim Ghaeminia 2015 1,8 dag (SD: 2,4) 2,1 dag (SD: 2,4)

Guerrero et al. (2014) onderzochten met behulp van logistische regressie of de beeldvormende techniek invloed had op het risico op postoperatieve complicaties. Daarbij corrigeerden zij voor geslacht, leeftijd en röntgenologische markers. Geen van de uitkomsten was statistisch significant, ofwel: er was geen verschil tussen panoramische röntgenopname en CBCT.

Kwaliteit van bewijs

De kwaliteit van bewijs varieert van redelijk tot zeer laag. Er werd niet afgewaardeerd voor risk of bias ondanks dat in alle studies operateurs en patiënten niet waren geblindeerd. Dit was in deze setting onmogelijk. Daarom zijn andere aspecten van risk of bias, zoals bias door loss-to-follow-up, selectiebias en detectiebias, des te kritischer beoordeeld door aan deze criteria extra gewicht toe te kennen. Wel werd voor alle/meeste uitkomstmaten afgewaardeerd voor (zeer) grote onnauwkeurigheid van de effectschattingen vanwege het geringe aantal events, of zeer grote heterogeniteit van de effectschattingen. Een uitgebreide toelichting wordt gegeven in bijlage 13 en bijlage 14.

Conclusies

Laag
GRADE
IAN-schade 7 dagen postoperatief en na 6 -12 maanden
Wanneer er op een panoramische röntgenopname een verdenking bestaat van de relatie van de derde molaar met de nervus alveolaris inferior leidt het maken van een aanvullende CBCT mogelijk niet tot een reductie van het risico op schade aan de nervus alveolaris inferior wanneer de derde molaar volledig wordt verwijderd.Petersen et al., 2016; Ghaeminia et al., 2015; Guerrero et al., 2014

Redelijk 
GRADE
Duur verwijdering derde molaar
Er is waarschijnlijk geen verschil tussen gebruik van een aanvullende CBCT en panoramische röntgenopname wat het effect op de duur van de operatie betreft.Ghaeminia et al., 2015; Guerrero et al., 2014

Redelijk
GRADE
Mondgezondheid gerelateerde kwaliteit van leven 7 dagen postoperatief; postoperatieve pijn 7 dagen; studie- of werkverzuim; extra bezoeken aan de polikliniek 7 dagen postoperatief
Er is waarschijnlijk geen verschil tussen gebruik van een aanvullende CBCT en een panoramische röntgenopname wat het effect op mondgezondheid gerelateerde kwaliteit van leven (verandering van OHIP-score [0-56] met minimaal 5 eenheden), postoperatieve pijn (verandering van VAS-score[0-10] met minimaal 1,5 eenheid), en studie- of werkverzuim (verandering van minimaal twee dagen) betreft na het volledig verwijderen van de derde molaar.Ghaeminia et al., 2015

(Zeer) laag
GRADE
Alveolitis; infectie; zwelling; bloeding; ecchymosis; trismus (alle 7 dagen postoperatief)
Er is mogelijk geen verschil tussen gebruik van een aanvullende CBCT en een panoramische röntgenopname wat het effect op alveolitis, infectie, bloedingen, ecchymosis en trismus betreft.Ghaeminia et al., 2015 [alleen infectie na 2 maanden]; Guerrero et al., 2014

Systeemkosten CBCT versus panoramische röntgenopname

Petersen et al. (2014) hebben onderzocht wat de kosten van CBCT en panoramische röntgenopname in verband met het verwijderen van een geïmpacteerde derde molaar in de onderkaak zijn. Zij baseerden zich hiervoor op een gerandomiseerde trial over het effect van CBCT versus panoramische röntgenopname op het risico op neurosensorische schade na extractie. Inclusiecriteria voor deze studie waren verticale overlap van of contact tussen radices en de canalis mandibularis, zoals gediagnosticeerd aan de hand van een panoramische röntgenopname, en een indicatie voor extractie van de derde molaar conform de SIGN-richtlijnen. Radiografisch onderzoek gebeurde met een gecombineerde panoramische röntgenopname en CBCT-unit (Scanora® 3D; Soredex, Helsinki, Finland). In totaal werden 68 patiënten in de CBCT-groep en 70 patiënten in de andere groep (waarin geen aanvullend beeldvormend onderzoek plaatsvond) geïncludeerd. Onderstaande tabel 3.5 geeft een overzicht van de kosten.

Tabel 3.5. Kosten direct gerelateerd aan beide beeldvormende technieken

Measurement Costs (€)
panoramische röntgenopname
Costs (€)
CBCT imaging
Equipment costs a Capital costs for the panoramic setting were €46.000 and for cone beam CT €126.000. For both settings, a depreciation of 5 years and a 10% rest value was assumed with a 3% yearly interest rate. 27,12 121,20
Operational costs b Costs were calculated as a yearly mean of 3 years in the setting of the study clinic. The data were drawn from the clinic balance in 2010–12 8,51 14,64
Costs for radiographic examination c In 20 examinations, time was measured with a stopwatch. Radiographic professionals’ salary data from Statistics Denmark were used for valuation 5,31 9,20
Costs for radiological procedures d In 20 procedures, time was measured with a stop-watch. Radiologist’s salary data from Statistics Denmark were used for valuation 7,40 32,37
Overheads e Actual costs were drawn from the clinic balance 2010–12 and calculated with the actual materials used for each study patient 0,95 2,40
Total 49,29 179,81

a. The initial investment costs of equipment, hardware, software, changes in building construction and education.
b. Maintenance of equipment, quality control, square metre rent, secretary assistance
c. Time used for informing and instructing the patient before imaging. Time used for image recording. Time used for image processing
d. Time used for image interpretation. Time used for reporting and processing images and communicating findings
e. compact discs, printing paper, ink, communication costs.

Kosten direct gerelateerd aan CBCT bedroegen circa 3-4 meer dan de kosten direct gerelateerd aan een panoramische röntgenopname. Aangezien het vermoeden bestond dat CBCT een gunstig effect zou kunnen hebben op chirurgie-gerelateerde (operatieduur; postoperatieve controle en begeleiding; tijd voor interpretatie röntgenbeelden), medicatie-gerelateerde (pijnstilling, sedativa, antibiotica) en patiënt-gerelateerde kosten (werkverzuim; gebruikte tijd pre- en postoperatief) en op kosten verband houdend met verwijzing zou deze kostenverhouding anders kunnen uitpakken. Deze kostensoorten bleken echter niet of nauwelijks verschillen tussen CBCT en panoramische röntgenopname. Met andere woorden, CBCT is volgens deze Deense cijfers ongeveer 3-4 zo duur als een panoramische röntgenopname, terwijl de effectiviteit om problemen te voorkomen niet groter is dan die van een panoramische röntgenopname.

Geldigheid

+

Het Kennisinstituut Mondzorg (KIMO) is als houder van deze praktijkrichtlijn de eerstverantwoordelijke voor het actualiseren ervan. De aan deze praktijkrichtlijn deelnemende wetenschappelijke verenigingen of gebruikers ervan delen de verantwoordelijkheid en informeren de eerstverantwoordelijke over relevante ontwikkelingen binnen hun vakgebied. Deze ontwikkelingen kunnen aanleiding zijn om delen van de praktijkrichtlijn of de gehele praktijkrichtlijn te herzien voor het verlopen van de geldigheidsdatum. Uiterlijk in juni 2024 bepaalt het bestuur van het KIMO, mede op advies van de Richtlijn Advies Commissie (RAC), of deze praktijkrichtlijn nog actueel is. Als de richtlijn geheel of gedeeltelijk moet worden herzien, dan wordt daarvoor een herzieningstraject gestart, met het instellen van een ROC.

Doel

+

Het doel van het project is het ontwikkelen van een up-to-date multidisciplinaire, evidence-based richtlijn voor het beleid rondom asymptomatische en symptomatische derde molaren.
Het doel van de richtlijn is duidelijkheid, en waar mogelijk en wenselijk uniformiteit, te creëren voor behandelaars van patiënten over de indicatiestelling, behandeling en nazorg rondom derde molaren.

Doelgroep

+

De richtlijn beoogt een praktisch handvat te bieden aan de behandelaar van patiënten bij wie één of meer derde molaren aanwezig zijn.

Deze richtlijn is geschreven voor alle behandelaars die het al of niet verwijderen van een asymptomatische derde molaar overwegen: tandarts-algemeen practicus, MKA-chirurg, orthodontist en parodontoloog, tandarts-endodontoloog.

Initiatief

+

tekst volgt

Financiering

+

De richtlijnontwikkeling werd gefinancierd door stichting Kwaliteit en Scholing MKA chirurgie. De aanpassing en instroom in de KIMO-richtlijnendatabase is gefinancierd vanuit het meerjarenprogramma voor klinische praktijkrichtlijnen van het KIMO.

Samenstelling van de richtlijnontwikkelcommissie (ROC)

+

Voor het ontwikkelen van de richtlijn onder verantwoordelijkheid van de Nederlandse Vereniging voor Mond-, Kaak- en Aangezichtschirurgie (NVMKA) is in 2017 een multidisciplinaire werkgroep ingesteld, bestaande uit professionals uit de mondzorg. Allen zijn betrokken bij de zorgverlening aan personen met derde molaren (zie hiervoor de samenstelling van de werkgroep).

De werkgroepleden zijn door hun beroepsverenigingen gemandateerd voor deelname. De werk-groep werkte gedurende 18 maanden aan de totstandkoming van de richtlijn.

De werkgroep is verantwoordelijk voor de integrale tekst van deze richtlijn.

  • Dr. H. Ghaeminia (voorzitter), MKA-chirurg, Rijnstate ziekenhuis, Arnhem (vanaf 1-1-2018), Radboudumc, Nijmegen (tot 1-1-2018); Nederlandse Vereniging voor Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie
  • Drs. M. Burger, tandarts-algemeen practicus, ziekenhuistandarts Catharina Ziekenhuis Eindhoven, Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde
  • Drs. M. Galjart, tandarts-algemeen practicus, Zaltbommel, Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde
  • Dr. J.K.M. Maertens, orthodontist, Radboudumc, Nijmegen, Nederlandse Vereniging van Orthodontisten
  • Drs. J.M. van der Sleen, MKA-chirurg, Isala Klinieken, Zwolle, Nederlandse Vereniging voor Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie
  • Prof. dr. A. Vissink, MKA-chirurg, Universitair Medisch Centrum Groningen, Nederlandse Vereniging voor Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie
  •  Prof. dr. G.A. van der Weijden, tandarts, parodontoloog NvvP en implantoloog NVOI, Acade-misch Centrum voor Tandheelkunde Amsterdam en Paro Praktijk Utrecht & Implantologie Utrecht, Nederlandse Vereniging voor Parodontologie

Met ondersteuning van:
Dr. Ir. J.J.A. de Beer, zelfstandig richtlijnmethodoloog, Utrecht.

Voor aanpassing van de richtlijn voor instroom in de KIMO-richtlijnendatabase is in het najaar van 2019 een richtlijnontwikkelcommissie (ROC) benoemd door het KIMO, bestaande uit de volgende personen:

  • Dr. H. Ghaeminia, MKA-chirurg, Rijnstate ziekenhuis, Arnhem, Nederlandse Vereniging voor Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie (voorzitter ROC)
  • Drs. M.K. Tuut, epidemioloog/richtlijnmethodoloog, PROVA, Varsseveld (secretaris ROC)
  • Drs. M. Galjart, tandarts-algemeen practicus, Zaltbommel, Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde
  • Drs. R.N. Vermeulen, tandarts-algemeen practicus, implantoloog NVOI, Amsterdam, namens richtlijnadviescommissie (RAC) van het KIMO
  • Prof. dr. G.A. van der Weijden, tandarts, parodontoloog NvvP en implantoloog NVOI, Acade-misch Centrum voor Tandheelkunde Amsterdam en Paro Praktijk Utrecht & Implantologie Utrecht, Nederlandse Vereniging voor Parodontologie

De ROC is geadviseerd door dhr. drs. L.B.G.M. Tinsel (Zorgverzekeraars Nederland) en dr. W.E.R. Berkhout (Nederlandse Vereniging voor DentoMaxilloFaciale Radiologie).

Belangenverklaring

+

De werkgroepleden hebben schriftelijk verklaard of ze in de laatste vijf jaar een (financieel ondersteunde) betrekking onderhielden met commerciële bedrijven, organisaties of instellingen die in verband staan met het onderwerp van de richtlijn. Tevens is navraag gedaan naar persoonlijke financiële belangen, belangen door persoonlijke relaties, belangen d.m.v. reputatiemanagement, belangen vanwege extern gefinancierd onderzoek, en belangen door kennisvalorisatie. De belangenverklaringen zijn op te vragen bij de Nederlandse Vereniging voor Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie, een overzicht vindt u in bijlage 1. Ook van de ROC die de instroom in het KIMO-programma heeft verzorgd is een overzicht van de belangenverklaringen beschikbaar in bijlage 1.

Methode ontwikkeling

+

Evidence-based.

Werkwijze onder verantwoordelijkheid NVMKA

+

Deze richtlijn is opgesteld conform de eisen volgens het rapport Medisch Specialistische Richtlijnen 2.0 van de adviescommissie Richtlijnen van de Raad Kwaliteit. Dit rapport is gebaseerd op het AGREE II instrument (Appraisal of Guidelines for Research & Evaluation II) (agreetrust.org), dat een internationaal breed geaccepteerd instrument is voor de beoordeling van de kwaliteit van richtlijnen en op de uitgave ‘Richtlijn voor richtlijnen’ (Regieraad Kwaliteit van Zorg).

Knelpuntenanalyse

+

Tijdens de voorbereidende fase werden geen specifieke knelpunten geïnventariseerd. Evident is echter dat met name de volgende knelpunten breed in het veld en de wetenschappelijke verenigingen leven:

  • al dan niet verwijderen van een asymptomatische derde molaar;
  • al dan niet vervaardigen van een CBCT.

Uitgangsvragen en uitkomstmaten

+

Tijdens de eerste vergadering werden concept-uitgangsvragen voorgesteld door de voorzitter. Door de werkgroep werden tevens aanvullende uitgangsvragen voorgesteld. Na prioritering van de vragen werden deze vastgesteld. Vervolgens inventariseerde de werkgroep per uitgangsvraag welke uitkomstmaten voor de patiënt relevant zijn, waarbij zowel naar gewenste als ongewenste effecten werd gekeken. Deze uitkomstmaten kunnen cruciaal of minder belangrijk zijn voor de besluitvorming (Guyatt et al. (2), 2011). Zie ook de algemene inleiding en de inhoudelijke hoofdstukken.

Strategie voor zoeken en selecteren van literatuur

+

Voor de afzonderlijke uitgangsvragen werd aan de hand van specifieke zoektermen gezocht naar gepubliceerde wetenschappelijke studies in (verschillende) elektronische databases (zie bijlage 2). Voor therapeutische vragen kwamen primair gerandomiseerde studies in aanmerking. Voor diagnostische accuratesse vragen kwamen primair cross-sectionele studies van opeenvolgende patiënten in aanmerking. Voor studies over risicofactoren voor postoperatieve complicaties kwamen primair prospectieve cohortstudies in aanmerking. Voor prognostische factoren voor het symptomatisch worden van asymptomatische molaren kwamen zowel prospectieve en retrospectieve cohortstudies als cross-sectionele studies in aanmerking. De werkgroepleden selecteerden de via de zoekactie gevonden artikelen op basis van vooraf opgestelde selectiecriteria (zie de paragrafen zoeken en selecteren in de verschillende hoofdstukken). De geselecteerde artikelen werden gebruikt om de uitgangsvraag te beantwoorden. De databases waarin is gezocht, de zoekactie of gebruikte trefwoorden van de zoekactie en de gehanteerde selectiecriteria zijn te vinden in het hoofdstuk van desbetreffende uitgangsvraag.

Beoordeling van de literatuur

+

Individuele studies over therapie en diagnostiek werden systematisch met behulp van de GRADE-systematiek (zie bijlage 3 en bijlage 13) beoordeeld, op basis van op voorhand opgestelde methodologische kwaliteitscriteria, om zo het risico op vertekende studieresultaten (bias) te kunnen beoordelen. Voor studies over risico- of prognostische factoren biedt de GRADE Working Group nog geen ondersteuning, voor zover blijkend uit officiële publicaties hierover. Voor deze studies berustte de beoordeling vooral op het in ogenschouw nemen van de studieomvang en consistentie van de uitkomsten.

Samenvatten van de literatuur

+

De relevante onderzoeksgegevens van alle geselecteerde artikelen werden overzichtelijk weergegeven in evidencetabellen (zie bijlage 4). De belangrijkste bevindingen uit de literatuur werden beschreven in de samenvatting van de literatuur.

Kennislacunes

+

Tijdens de ontwikkeling van deze richtlijn is systematisch gezocht naar onderzoek waarvan de resultaten bijdragen aan een antwoord op de uitgangsvragen. Bij elke uitgangsvraag is door de werkgroep nagegaan of er (aanvullend) wetenschappelijk onderzoek gewenst is. Een overzicht van aanbevelingen voor nader/vervolg onderzoek staat in bijlage 5.

Van evidence naar aanbevelingen

+

Voor het bepalen van de sterkte en richting van een aanbeveling zijn naast de kwaliteit van het wetenschappelijk bewijs over de gewenste en ongewenste effecten van een interventie de volgende aspecten van belang (Andrews et al. (1) en (2), 2013):

  1. Algehele kwaliteit van bewijs. De cruciale uitkomstmaat met de laagste kwaliteit van bewijs bepaalt de overall kwaliteit van bewijs,
  2. Waarden, voorkeuren en ervaringen van patiënten en behandelaars met betrekking tot interventies en uitkomsten van zorg,
  3. Kosten,
  4. Balans van gewenste en ongewenste effecten,
  5. Aanvaardbaarheid en haalbaarheid van interventies voor de stakeholders.

Bij voorkeur wordt ook voor de onder 2, 3, en 5 genoemde aspecten naar wetenschappelijk bewijs gezocht. De werkgroep die deze richtlijn heeft opgesteld, heeft behalve voor punt 2 (patiënten) hiervan afgezien omdat de hiervoor benodigde tijd in geen enkele verhouding zou staan tot de verwachte opbrengst. De werkgroep heeft, daar waar dit noodzakelijk werd geacht, op basis van eigen ervaring en expertise de hiervoor genoemde aspecten geïnventariseerd.
Bij de ontwikkeling van de richtlijn is expliciet rekening gehouden met de organisatie van zorg: alle aspecten die randvoorwaardelijk zijn voor het verlenen van zorg (zoals coördinatie, communicatie, (financiële) middelen, menskracht en infrastructuur). Randvoorwaarden die relevant zijn voor het beantwoorden van een specifieke uitgangsvraag maken onderdeel uit van de overwegingen bij de bewuste uitgangsvraag.
Deze aspecten worden kort besproken onder het kopje ‘overwegingen’ (en voor hoofdstuk 1 uitgebreid in bijlage 6).

Formuleren van aanbevelingen

+

De aanbevelingen geven een antwoord op de uitgangsvraag en zijn gebaseerd op het beste beschikbare wetenschappelijke bewijs en de belangrijkste overwegingen. De kracht van het wetenschappelijk bewijs en het gewicht dat door de werkgroep wordt toegekend aan de overwegingen bepalen samen de sterkte van de aanbeveling. Conform de GRADE-methodiek sluit een lage bewijskracht van conclusies in de systematische literatuuranalyse een sterke aanbeveling niet bij voorbaat uit, en zijn bij een hoge bewijskracht ook zwakke aanbevelingen mogelijk. De sterkte van de aanbeveling wordt altijd bepaald door weging van alle relevante argumenten.

Indicatorontwikkeling

+

Tijdens het ontwikkelen van de conceptrichtlijn werd één structuurindicator geformuleerd. Zie bijlage 7.

Commentaar- en autorisatiefase

+

De conceptrichtlijn werd aan de volgende betrokken wetenschappelijke verenigingen en beroeps-organisaties voorgelegd voor commentaar: de NVMKA, KNMT, NVvO en NVvP. Tevens werd de richtlijn voorgelegd aan de ANT, Nederlandse Vereniging voor DentoMaxilloFaciale Radiologie, Zorgverzekeraars Nederland, het College van Adviserend Tandartsen en de Patiëntenfederatie Nederland. De ANT besloot niet te participeren in de commentaarronde maar commentaar te leveren wanneer de richtlijn in een later stadium door KiMo wordt aangeboden. Van de Patiëntenfederatie Nederland werd geen commentaar ontvangen; zij zullen afstemming met het KiMo zoeken. De commentaren werden verzameld en besproken in de werkgroep. Naar aanleiding van de commentaren werd de conceptrichtlijn aangepast en definitief vastgesteld door de werkgroep. De definitieve richtlijn werd aan de betrokken verenigingen (NVMKA, KNMT, NVvO en NvvP) voorgelegd voor autorisatie en door hen geautoriseerd.

Implementatie

+

In de verschillende fasen van de richtlijnontwikkeling is rekening gehouden met de implementatie van de richtlijn en de praktische uitvoerbaarheid van de aanbevelingen. Daarbij is uitdrukkelijk gelet op factoren die de invoering van de richtlijn in de praktijk kunnen bevorderen of belemmeren (zie ook het implementatieplan in bijlage 8).

Werkwijze aanpassing en instroom in KIMO-richtlijnendatabase

+

In overleg met de NVMKA is besloten dat het KIMO de klinische praktijkrichtlijn derde molaar in te laten stromen in het meerjarenprogramma van het KIMO. Het KIMO is daarmee eigenaar van de richtlijn en verantwoordelijk voor aanpassing en implementatie.
In de NVMKA-richtlijn was een aanbeveling opgenomen over het overwegen van een panoramische röntgenopname op de leeftijd van 17 jaar. Door Zorgverzekeraars Nederland werd aangegeven dat zij graag een wetenschappelijke onderbouwing voor deze aanbeveling zouden willen zien voordat zij deze konden accepteren. Instemming van Zorgverzekeraars Nederland is een eis van het Zorginstituut Nederland. Daarnaast was opbouw van de NVMKA-richtlijn afwijkend van het format van het KIMO en afspraken met het Zorginstituut Nederland. Bij haar beoordeling gaf de Richtlijn Autorisatie Raad van het KIMO aan dat aanpassing van de structuur de NVMKA-richtlijn nog verder zou kunnen verbeteren.
Om aan deze wensen te voldoen, is door het KIMO een nieuwe richtlijnontwikkelcommissie ingesteld. Deze commissie heeft in een tweetal vergaderingen bovenstaande discussiepunten opnieuw besproken en is tot aanpassing van de richtlijn gekomen, ook na raadpleging van twee externe experts vanuit Zorgverzekeraars Nederland en de Nederlandse Vereniging voor DentoMaxilloFaciale Radiologie. De nieuwe tekst is vervolgens ter autorisatie voorgelegd aan de Richtlijn Autorisatie Raad van het KIMO en de Nederlandse Vereniging voor Mond-, Kaak- en Aangezichtschirurgie. Na autorisatie is de richtlijn gepubliceerd in de richtlijnendatabase van het KIMO.

Patiëntenperspectief

+

Door middel van een literatuursearch werd aandacht geschonken aan het patiëntenperspectief in verband met beleid rond de asymptomatische derde molaar (zie bijlage 9). Zie met name de paragraaf over overwegingen met betrekking tot verwijderen of behoud van asymptomatische derde molaar en de aanzet tot een keuzehulp in bijlage 10.

Zorgpad

+

Het zorgpad behorende bij deze klinische praktijkrichtlijn, staat opgenomen in bijlage 15.

Referenties

+

Abu-Mostafa NA, Alqahtani A, Abu-Hasna M, et al: A randomized clinical trial compared the effect of intra-alveolar 0.2% chloro-hexidine bio-adhesive gel versus 0.12% chlorohexidine rinse in reducing alveolar osteitis following molar teeth extractions. Med Oral Patol Oral Cir Bucal 20:e82, 2015

Agbaje JO, Heijsters G, Salem AS, Van Slycke S, Schepers S, Politis C, Vrielinck L. Coronectomy of Deeply Impacted Lower Third Molar: Incidence of Outcomes and Complications after One Year Follow-Up. J Oral Maxillofac Res. 2015 Jun 30;6(2):e1.

Al-Asfour A. Postoperative infection after surgical removal of impacted mandibular third molars: an analysis of 110 consecutive procedures. Med Princ Pract. 2009;18(1):48-52.

Allen RT, Witherow H, Collyer J, Roper-Hall R, Nazir MA, Mathew G. The mesioangular third molar–to extract or not to extract? Analysis of 776 consecutive third molars. Br Dent J. 2009 Jun 13;206(11):E23

Andrews J (1), Guyatt G, Oxman AD, Alderson P, Dahm P, Falck-Ytter Y, Nasser M, Meerpohl J, Post PN, Kunz R, Brozek J, Vist G, Rind D, Akl EA, Schünemann HJ. GRADE guidelines: 14. Going from evidence to recommendations: the significance and presentation of recommendations. J Clin Epidemiol. 2013 Jul;66(7):719-25.

Andrews JC (2), Schünemann HJ, Oxman AD, Pottie K, Meerpohl JJ, Coello PA, Rind D, Montori VM, Brito JP, Norris S, Elbarbary M, Post P, Nasser M, Shukla V, Jaeschke R, Brozek J, Djulbegovic B, Guyatt G. GRADE guidelines: 15. Going from evidence to recommendation-determinants of a recommendation’s direction and strength. J Clin Epidemiol. 2013 Jul;66(7):726-35.

Anjrini AA, Kruger E, Tennant M. Cost effectiveness modelling of a ‘watchful monitoring strategy’ for impacted third molars vs prophylactic removal under GA: an Australian perspective. Br Dent J. 2015 Jul 10;219(1):19-23.

Arteagoitia I, Diez A, Barbier L, Santamaria G, Santamaria J. Efficacy of amoxicillin/clavulanic acid in preventing infectious and inflammatory complications following impacted mandibular third molar extraction. Oral Surgery, Oral Medicine, Oral Pathology, Oral Radiology, and Endodontology 2005;100(1):e11–8.

Babar A, Ibrahim MW, Baig NJ, et al: Effcacy of intra-alveolar chlorhexidine gel in reducing frequency of alveolar osteitis in mandibular third molar surgery. J Coll Physicians Surg Pak 22: 91, 2012

Balshem H, Helfand M, Schünemann HJ, Oxman AD, Kunz R, Brozek J, Vist GE, Falck-Ytter Y, Meerpohl J, Norris S, Guyatt GH. GRADE guidelines: 3. Rating the quality of evidence. J Clin Epidemiol. 2011 Apr;64(4):401-6.

Baqain ZH, Al-Shafii A, Hamdan AA, Sawair FA. Flap design and mandibular third molar surgery: A split mouth randomized clinical study. International Journal of Oral and Maxillofacial Surgery 2012; Vol. 41, issue 8:1020–4.

Baqain ZH, Karaky AA, Sawair F, Khraisat A, Duaibis R, Rajab LD. Frequency estimates and risk factors for postoperative morbidity after third molar removal: a prospective cohort study. J Oral Maxillofac Surg. 2008 Nov;66(11):2276-83.

Barclay JK. Metronidazole and dry socket: prophylactic use in mandibular third molar removal complicated by nonacute peri-coronitis. New Zealand Dental Journal 1987;83: 71–5.

Barone A, Marconcini S, Giacomelli L, Rispoli L, Calvo JL, Covani U. A randomized clinical evaluation of ultrasound bone surgery versus traditional rotary instruments in lower third molar extraction. Journal of Oral and Maxillofacial Surgery 2010; Vol. 68, issue 2:330–6.

Bastos Carmo A do, de Oliveira JB, Mello KF, Leão PB, Artese F, Normando D. The ability of orthodontists and oral/maxillofacial surgeons to predict eruption of lower third molar. Prog Orthod. 2016 Dec;17(1):21.

Bello SA, Olaitan AA, Ladeinde AL. A randomized comparison of the effect of partial and total wound closure techniques on postoperative morbidity after mandibular third molar surgery. Journal of Oral and Maxillofacial Surgery 2011;69:e24–30.

Benediktsdóttir IS, Wenzel A, Petersen JK, Hintze H. Mandibular third molar removal: risk indicators for extended operation time, postoperative pain, and complications. Oral Surg Oral Med Oral Pathol Oral Radiol Endod. 2004 Apr;97(4):438-46.

Bergdahl M, Hedstrom L. Metronidazole for the prevention of dry socket after removal of partially impacted mandibularthird molar: a randomised controlled trial. British Journal of Oral & Maxillofacial Surgery 2004;42(6):555–8.

Berwick JE, Lessin ME: Effects of a chlorhexidine gluconate oral rinse on the incidence of alveolar osteitis in mandibular third molar surgery. J Oral Maxillofac Surg 48:444, 1990

Bienstock DA, Dodson TB, Perrott DH, Chuang SK. Prognostic factors affecting the duration of disability after third molar removal. J Oral Maxillofac Surg. 2011 May;69(5):1272-7.

Blakey GH, Marciani RD, Haug RH, Phillips C, Offenbacher S, Pabla T, White RP Jr. Periodontal pathology associated with asymptomatic third molars. J Oral Maxillofac Surg. 2002 Nov;60(11):1227-33.

Blondeau F, Daniel NG. Extraction of impacted mandibular third molars: postoperative complications and their risk factors. J Can Dent Assoc. 2007 May;73(4):325.

Bortoluzzi MC, Capella DL, Barbieri T, et al: A single dose of amoxicillin and dexamethasone for prevention of postoperative complications in third molar surgery: A randomized, doubleblind, placebo controlled clinical trial. J Clin Med Res 5:26, 2013.

Briguglio F, Zenobio EG, Isola G, Briguglio R, Briguglio E, Farronato D, et al. Complications in surgical removal of impacted mandibular third molars in relation to flap design: clinical and statistical evaluations. Quintessence International 2011; Vol. 42, issue 6:445–53.

Butler DP, Sweet JB. Effect of lavage on the incidence of localized osteitis in mandibular third molar extraction sites. Oral Surgery 1977;44(1):14–20.

Bystedt H, von Konow L, Nord CE. A comparison of the effect of phenoxymethylpenicillin and azidocillin on postoperative complications after surgical removal of impacted mandibular third molars. Swedish Dental Journal 1981;5(5-6):225–34.

Carter K, Worthington S. Predictors of third molar impaction: a systematic review and meta-analysis. J Dent Res 2016; 95: 267-76.

Cerqueira PR, Vasconcelos BC, Bessa-Nogueira RV. Comparative study of the effect of a tube drain in impacted lower third molar surgery. Journal of Oral and Maxillofacial Surgery 2004;62(1):57–61.

Chang SW, Shin SY, Kum KY, Hong J. Correlation study between distal caries in the mandibular second molar and the eruption status of the mandibular third molar in the Korean population. Oral Surg Oral Med Oral Pathol Oral Radiol Endod. 2009 Dec;108(6):838-43.

Cheung LK, Leung YY, Chow LK, Wong MC, Chan EK, Fok YH. Incidence of neurosensory deficits and recovery after lower third molar surgery: a prospective clinical study of 4338 cases. Int J Oral Maxillofac Surg. 2010 Apr;39(4):320-6.

Chu FC, Li TK, Lui VK, Newsome PR, Chow RL, Cheung LK. Prevalence of impacted teeth and associated pathologies–a radio-graphic study of the Hong Kong Chinese population. Hong Kong Med J. 2003 Jun;9(3):158-63.

Chuang SK, Perrott DH, Susarla SM, Dodson TB. Age as a risk factor for third molar surgery complications. J Oral Maxillofac Surg. 2007 Sep;65(9):1685-92.

Chukwuneke FN, Oji C, Saheeb DB. A comparative study of the effect of using a rubber drain on postoperative discomfort following lower third molar surgery. International Journal of Oral and Maxillofacial Surgery 2008; 37(4):341–4.

Clé-Ovejero A, Sánchez-Torres A, Camps-Font O, Gay-Escoda C, Figueiredo R, Valmaseda-Castellón E. Does 3-dimensional imaging of the third molar reduce the risk of experiencing inferior alveolar nerve injury owing to extraction?: A meta-analysis. J Am Dent Assoc. 2017 Aug;148(8):575-583.

Danda AK, Krishna Tatiparthi M, Narayanan V, Siddareddi A. Influence of primary and secondary closure of surgical wound after impacted mandibular third molar removal on postoperative pain and swelling–a comparative and split mouth study. Journal of Oral and Maxillofacial Surgery 2010;68(2):309–12.

de Brabander EC, Cattaneo G. The effect of surgical drain together with a secondary closure technique on postoperative tris-mus, swelling and pain after mandibular third molar surgery. International Journal of Oral and Maxillofacial Surgery 1998;17(2):119–21.

Delilbasi C, Saracoglu SH, Kesken A: Effects of 0.2% chlorhexidine gluconate and amoxicillin plus clavulanic acid on the preven-tion of alveolar osteitis following mandibular third molar extractions. Oral Surg Oral Med Oral Pathol Oral Radiol Endod 94:301, 2002

Divaris K, Fisher EL, Shugars DA, White RP Jr. Risk factors for third molar occlusal caries: a longitudinal clinical investigation. J Oral Maxillofac Surg. 2012 Aug;70(8):1771-80.

Doğan N, Orhan K, Günaydin Y, Köymen R, Okçu K, Uçok O. Unerupted mandibular third molars: symptoms, associated pathologies, and indications for removal in a Turkish population. Quintessence Int. 2007 Sep;38(8):e497-505.

Dolanmaz D, Yildirim G, Isik K, Kucuk K, Ozturk A. A preferable technique for protecting the inferior alveolar nerve: coronectomy. J Oral Maxillofac Surg. 2009;67:1234-8.

Elter JR, Offenbacher S, White RP, Beck JD. Third molars associated with periodontal pathology in older Americans. J Oral Maxillofac Surg. 2005 Feb;63(2):179-84.

Erdogan O, Tatli U, Ustun Y, Damlar I. Influence of two different flap designs on the sequelae of mandibular third molar surgery. Oral and Maxillofacial Surgery 2011;15(3): 147–52.

Falci SG, de Castro CR, Santos RC, de Souza Lima LD, Ramos-Jorge ML, Botelho AM, Dos Santos CR. Association between the presence of a partially erupted mandibular third molar and the existence of caries in the distal of the second molars. Int J Oral Maxillofac Surg. 2012 Oct;41(10):1270-4.

Fisher EL, Garaas R, Blakey GH, Offenbacher S, Shugars DA, Phillips C, White RP Jr. Changes over time in the prevalence of caries experience or periodontal pathology on third molars in young adults. J Oral Maxillofac Surg. 2012 May;70(5):1016-22.

Freudenthal N, Sternudd M, Jansson L, et al: A double-blind randomized study evaluating the effect of intra-alveolar chlorhexi-dine gel on alveolar osteitis after removal of mandibular third molars. J Oral Maxillofac Surg 73:600, 2015

Garaas RN, Fisher EL, Wilson GH, Phillips C, Shugars DA, Blakey GH, Marciani RD, White RP Jr. Prevalence of third molars with caries experience or periodontal pathology in young adults. J Oral Maxillofac Surg. 2012 Mar;70(3):507-13.

Gargallo-Albiol J, Buenechea-Imaz R, Gay-Escoda C. Lingual nerve protection during surgical removal of lower third molars. A prospective randomised study. International Journal Oral and Maxillofacial Surgery 2000;29(4):268–71.

Ghaeminia H, Gerlach NL, Hoppenreijs TJ, Kicken M, Dings JP, Borstlap WA, de Haan T, Bergé SJ, Meijer GJ, Maal TJ. Clinical relevance of cone beam computed tomography in mandibular third molar removal: A multicentre, randomised, controlled trial. J Craniomaxillofac Surg. 2015 Dec;43(10):2158-67.

Ghaeminia H, Hoppenreijs TJ, Xi T, Fennis JP, Maal TJ, Bergé SJ, Meijer GJ. Postoperative socket irrigation with drinking tap water reduces the risk of inflammatory complications following surgical removal of third molars: a multicenter randomized trial. Clin Oral Investig. 2017 Jan;21(1):71-83

Ghaeminia H, Meijer GJ, Soehardi A, Borstlap WA, Mulder J, Bergé SJ. Position of the impacted third molar in relation to the mandibular canal. Diagnostic accuracy of cone beam computed tomography compared with panoramic radiography. Int J Oral Maxillofac Surg. 2009 Sep;38(9):964-71.

Ghaeminia H, Perry J, Nienhuijs MEL, Toedtling V, Tummers M, Hoppenreijs TJM, Van der Sanden WJM, Mettes TG. Surgical removal versus retention for the management of asymptomatic disease-free impacted wisdom teeth. Cochrane Database of Systematic Reviews 2016, Issue 8. Art. No.: CD003879.

Goldsmith SM, De Silva RK, Tong DC, Love RM. Influence of a pedicle flap design on acute postoperative sequelae after lower third molar removal. International Journal of Oral and Maxillofacial Surgery 2012;41(3):371–5.

Gomes ACA, Vasconcelos BC, de Oliveira e Silva ED, da Silva LC. Lingual nerve damage after mandibular third molar surgery: a randomised clinical trial. Journal of Oral and Maxillofacial Surgery 2005;63(10):1443–6.

Goto S, Kurita K, Kuroiwa Y, Hatano Y, Kohara K, Izumi M, et al. Clinical and dental computed tomographic evaluation 1 year after coronectomy. J Oral Maxillofac Surg. 2012;70:1023–9.

Greenwood M, Langton SG, Rood JP. A comparison of broad and narrow retractors for lingual nerve protection during lower third molar surgery. British Journal of Oral and Maxillofacial Surgery 1994;32(2):114–7.

Grossi GB, Maiorana C, Garramone RA, Borgonovo A, Creminelli L, Santoro F. Assessing postoperative discomfort after third molar surgery: a prospective study. J Oral Maxillofac Surg. 2007 May;65(5):901-17.

Guerrero ME, Botetano R, Beltran J, Horner K, Jacobs R. Can preoperative imaging help to predict postoperative outcome after wisdom tooth removal? A randomized controlled trial using panoramic radiography versus cone-beam CT. Clin Oral Investig. 2014 Jan;18(1):335-42.

Güven O, Keskin A, Akal UK. The incidence of cysts and tumors around impacted third molars. Int J Oral Maxillofac Surg. 2000 Apr;29(2):131-5.

Guyatt G (1), Oxman AD, Akl EA, Kunz R, Vist G, Brozek J, Norris S, Falck-Ytter Y, Glasziou P, De Beer H, Jaeschke R, Rind D, Meerpohl J, Dahm P, Schünemann HJ. GRADE guidelines: 1. Introduction-GRADE evidence profiles and summary of findings tables. J Clin Epidemiol. 2011 Apr;64(4):383-94.

Guyatt GH (2), Oxman AD, Kunz R, Atkins D, Brozek J, Vist G, Alderson P, Glasziou P, Falck-Ytter Y, Schünemann HJ. GRADE guidelines: 2. Framing the question and deciding on important outcomes. J Clin Epidemiol. 2011 Apr;64(4):395-400.

Halpern LR, Dodson TB. Does prophylactic administration of systemic antibiotics prevent postoperative inflammatory complica-tions after third molar surgery?. Journal of Oral and Maxillofacial Surgery 2007;65(2):177–85.

Hanna K, Sambrook P, Armfield JM, Brennan DS. Preferences for dental decisional control and associations with quality of life among third molar patients attending public dental services. Community Dent Health. 2017 Sep;34(3):163-168.

Happonen RP, Backstrom AC, Ylipaavalniemi P. Prophylactic use of phenoxymethylpenicillin and tinidazole in mandibular third molar surgery, a comparative placebo controlled clinical trial. British Journal of Oral & Maxillofacial Surgery 1990;28(1):12–5.

Harada N, Beloor Vasudeva S, Matsuda Y, Seki K, Kapila R, Ishikawa N, Okano T, Sano T. Characteristic findings on panoramic radiography and cone-beam CT to predict paresthesia after extraction of impacted third molar. Bull Tokyo Dent Coll. 2015;56(1):1-8.

Haraji A, Motamedi MH, Rezvani F. Can flap design influence the incidence of alveolar osteitis following removal of impacted mandibular third molars?. General Dentistry 2010; Vol. 58, issue 5:e187–9.

Haraji A, Rakhshan V, Khamverdi N, et al: Effects of intra-alveolar placement of 0.2% chlorhexidine bioadhesive gel on dry socket incidence and postsurgical pain: A double-blind split-mouth randomized controlled clinical trial. J Orofac Pain 27:256, 2013

Harradine NW, Pearson MH, Toth B. The effect of extraction of third molars on late lower incisor crowding: a randomized controlled trial. British Journal of Orthodontics 1998;25(2):117–22.

Hasani A, Ahmadi Moshtaghin F, Roohi P, Rakhshan V. Diagnostic value of cone beam computed tomography and panoramic radiography in predicting mandibular nerve exposure during third molar surgery. Int J Oral Maxillofac Surg. 2016 Oct 31. pii: S0901-5027(16)30276-4.

Hasegawa T, Ri S, Shigeta T, Akashi M, Imai Y, Kakei Y, Shibuya Y, Komori T. Risk factors associated with inferior alveolar nerve injury after extraction of the mandibular third molar–a comparative study of preoperative images by panoramic radiography and computed tomography. Int J Oral Maxillofac Surg. 2013 Jul;42(7):843-51.

Hasegawa T, Ri S, Umeda M, Komori T. Multivariate relationships among risk factors and hypoesthesia of the lower lip after extraction of the mandibular third molar. Oral Surg Oral Med Oral Pathol Oral Radiol Endod. 2011 Jun;111(6):e1-7.

Hasegawa Y, Terada K, Kageyama I, Tsuchimochi T, Ishikawa F, Nakahara S. Influence of third molar space on angulation and dental arch crowding. Odontology. 2013 Jan;101(1):22-8.

Hashemi HM, Beshkar M, Aghajani R. The effect of sutureless wound closure on postoperative pain and swelling after impacted mandibular third molar surgery. British Journal of Oral and Maxillofacial Surgery 2012;50(3):256–8.

Haug RH, Perrott DH, Gonzalez ML, Talwar RM. The American Association of Oral and Maxillofacial Surgeons Age-Related Third Molar Study. J Oral Maxillofac Surg. 2005 Aug;63(8):1106-14.

Hazza’a AM(1), Bataineh AB, Odat AA. Angulation of mandibular third molars as a predictive factor for pericoronitis. J Contemp Dent Pract. 2009 May 1;10(3):51-8.

Hermesch CB, Hilton TJ, Biesbrock AR, et al: Perioperative use of 0.12% chlorhexidine gluconate for the prevention of alveolar osteitis: Efficacy and risk factor analysis. Oral Surg Oral Med Oral Pathol Oral Radiol Endod 85:381, 1998

Hita-Iglesias P, Torres-Lagares D, Flores-Ruiz R, et al: Effectiveness of chlorhexidine gel versus chlorhexidine rinse in reducing alveolar osteitis in mandibular third molar surgery. J Oral Maxillofac Surg 66:441, 2008

Huang GJ, Cunha-Cruz J, Rothen M, Spiekerman C, Drangsholt M, Anderson L, Roset GA. A prospective study of clinical outcomes related to third molar removal or retention. Am J Public Health. 2014 Apr;104(4):728-34.

Kaczmarzyk T, Wichlinski J, Stypulkowska J, Zaleska M, Panas M, Woron J. Single-dose and multi-dose clindamycin therapy fails to demonstrate efficacy in preventing infectious and inflammatory complications in third molar surgery. International Journal of Oral and Maxillofacial Surgery 2007; 36(5):417–22.

Kang F, Huang C, Sah MK, Jiang B. Effect of Eruption Status of the Mandibular Third Molar on Distal Caries in the Adjacent Sec-ond Molar. J Oral Maxillofac Surg. 2016 Apr;74(4):684-92.

Kirk DG, Liston PN, Tong DC, Love RM. Influence of two different flap designs on incidence of pain, swelling, trismus, and alveolar osteitis in the week following third molar surgery. Oral Surgery, Oral Medicine, Oral Pathology, Oral Radiology and Endodontics 2007;104(1):e1–6.

Kouwenberg AJ, Stroy LP, Rijt ED, Mensink G, Gooris PJ. Coronectomy of the mandibular third molar: Respect for the inferior alveolar nerve. J Craniomaxillofac Surg. 2016 May;44(5):616-21.

Krekmanov L, Hallander HO. Relationship between bacterial contamination and alveolitis after third molar surgery. International Journal of Oral Surgery 1980;9(4): 274–80.

Krekmanov L, Nordenram A: Postoperative complications after surgical removal of mandibular third molars. Effects of penicillin V and chlorhexidine. Int J Oral Maxillofac Surg 15:25, 1986

Krekmanov L. Alveolitis after operative removal of third molars in the mandible. International Journal of Oral Surgery 1981;10(3):173–9.

Kugelberg CF, Ahlström U, Ericson S, Hugoson A, Thilander H. The influence of anatomical, pathophysiological and other factors on periodontal healing after impacted lower third molar surgery. A multiple regression analysis. J Clin Periodontol. 1991 Jan;18(1):37-43.

Lacasa JM, Jiménez JA, Ferrás V, Bossom M, Sóla-Morales O, García-Rey C, et al.Prophylaxis versus pre-emptive treatment for infective and inflammatory complications of surgical third molar removal: a randomized, double-blind, placebo-controlled, clinical trial with sustained release amoxicillin/clavulanic acid (1000/62.5 mg). International Journal of Oral and Maxillofacial Surgery 2007;36(4):321–7.

Larsen PE: Use of chlorhexidine to prevent alveolar osteitis. J Oral Maxillofac Surg 48:1244, 1990

Leon Arcila ME, Acosta P, Bravo BE, Mena A, Noguera DP, Zúñiga JR. Antibiotic prophylaxis in third molar surgery [Profilaxis antibiotica en cirugia de terceros molars incluidos]. Revista Estomatologia 2001; Vol. 9, issue 2: 4–13.

Leung YY, Cheung LK. Coronectomy of the lower third molar is safe within the first 3 years. J Oral Maxillofac Surg. 2012;70:1515–22.

Leung YY, Cheung LK. Long-term morbidities of coronectomy on lower third molar. Oral Surg Oral Med Oral Pathol Oral Radiol. 2016 Jan;121(1):5-11.

Leung YY, Cheung LK. Safety of coronectomy versus excision of wisdom teeth: a randomized controlled trial. Oral Surgery Oral Medicine Oral Pathology Oral Radiology. Endodontics 2009; Vol. 108, issue 6:821–7.

Leung YY, McGrath C, Cheung LK. Trigeminal neurosensory deficit and patient reported outcome measures: the effect on quality of life. PLoS One. 2013 Oct 29;8(10):e77391.

Li ZB, Qu HL, Zhou LN, Tian BM, Chen FM. Influence of Non-Impacted Third Molars on Pathologies of Adjacent Second Molars: A Retrospective Study. J Periodontol. 2017 May;88(5):450-456.

Liedholm R, Knutsson K, Lysell L, Rohlin M, Brickley M, Shepherd JP. The outcomes of mandibular third molar removal and non-removal: a study of patients’ preferences using a multi-attribute method. Acta Odontol Scand. 2000 Dec;58(6):293-8.

Liedholm R, Knutsson K, Lysell L, Rohlin M, Brickley M, Shepherd J. Third molar treatment outcome: a comparison of patients’ preferences in Sweden and Wales. Br Dent J. 2005 Sep 10;199(5):287-91.

Liversidge HM, Marsden PH. Estimating age and the likelihood of having attained 18 years of age using mandibular third molars. Br Dent J. 2010 Oct 23;209(8):E13.

Lodi G, Figini L, Sardella A, Carrassi A, Del Fabbro M, Furness S. Antibiotics to prevent complications following tooth extractions. Cochrane Database of Systematic Reviews 2012, Issue 11. Art.No.:CD003811.

López-Cedrún JL, Pijoan JI, Fernández S, Santamaria J, Hernandez G. Efficacy of amoxicillin treatment in preventing postoperative complications in patients undergoing third molar surgery: a prospective, randomized, double-blind controlled study. Journal of Oral and Maxillofacial Surgery 2011;69:e5–e14.

Ludlow, J.B., et al., Effective dose of dental CBCT-a meta analysis of published data and additional data for nine CBCT units. Dentomaxillofac Radiol, 2015. 44(1): p. 20140197.

Ludlow, J.B., L.E. Davies-Ludlow, and S.C. White, Patient risk related to common dental radiographic examinations: the impact of 2007 International Commission on Radiological Protection recommendations regarding dose calculation. J Am Dent Assoc, 2008. 139(9): p. 1237-43.

Malkawi Z, Al-Omiri MK, Khraisat A. Risk indicators of postoperative complications following surgical extraction of lower third molars. Med Princ Pract. 2011;20(4):321-5.

Marcussen KB, Laulund AS, Jørgensen HL, Pinholt EM. A Systematic Review on Effect of Single-Dose Preoperative Antibiotics at Surgical Osteotomy Extraction of Lower Third Molars. J Oral Maxillofac Surg. 2016 Apr;74(4):693-703.

Monaco G, Tavernese L, Agostini R, Marchetti C. Evaluation of antibiotic prophylaxis in reducing postoperative infection after mandibular third molar extraction in young patients. Journal of Oral and Maxillofacial Surgery 2009;67(7):1467–72.

Matzen LH, Christensen J, Hintze H, Schou S, Wenzel A. Diagnostic accuracy of panoramic radiography, stereo-scanography and cone beam CT for assessment of mandibular third molars before surgery. Acta Odontol Scand. 2013 Nov;71(6):1391-8.

Matzen LH, Hintze H, Spin-Neto R, Wenzel A. Reproducibility of mandibular third molar assessment comparing two cone beam CT units in a matched pairs design. Dentomaxillofac Radiol. 2013b;42(10):20130228.

Matzen LH, Schropp L, Spin-Neto R, Wenzel A. Use of cone beam computed tomography to assess significant imaging findings related to mandibular third molar impaction. Oral Surg Oral Med Oral Pathol Oral Radiol. 2017 Aug 2. pii: S2212-4403(17)31010-6.

Matzen LH, Wenzel A. Efficacy of CBCT for assessment of impacted mandibular third molars: a review – based on a hierarchical model of evidence. Dentomaxillofac Radiol. 2015;44(1):20140189.

McArdle LW, Renton TF. Distal cervical caries in the Mandibular second molar: An indication for the prophylactic removal of the third molar? Br J Oral Maxillofac Surg 2005;44:42–5.

Metin M, Tek M, Sener I: Comparison of two chlorhexidine rinse protocols on the incidence of alveolar osteitis following the surgical removal of impacted third molars. JContempDent Pract 7:79, 2006

Mocan A, Kisnisci R, Ucok C. Stereophotogrammetric and clinical evaluation of morbidity after removal of lower third molars by two different surgical techniques. Journal of Oral and Maxillofacial Surgery 1996;54(2):171–5.

Monaco G, de Santis G, Gatto MR, Corinaldesi G, Marchetti C. Coronectomy: a surgical option for impacted third molars in close proximity to the inferior alveolar nerve. J Am Dent Assoc. 2012;143:363–9.

Monaco G, De Santis G, Pulpito G, Gatto MR, Vignudelli E, Marchetti C. What Are the Types and Frequencies of Complications Associated With Mandibular Third Molar Coronectomy? A Follow-Up Study. J Oral Maxillofac Surg. 2015 Jul;73(7):1246-53.

Mukherjee S, Vikraman B, Sankar D, Veerabahu MS. Evaluation of Outcome Following Coronectomy for the Management of Mandibular Third Molars in Close Proximity to Inferior Alveolar Nerve. J Clin Diagn Res. 2016 Aug;10(8):ZC57-62.

Nageshwar N. Comma incision for impacted mandibular third molars. Journal of Oral andMaxillofacial Surgery 2002; 60(12):1506–9.

Naichuan Su et al. Predictive Value of Panoramic Radiography for Injury of Inferior Alveolar Nerve After Mandibular Third Molar Surgery. J Oral Maxillofac Surg -:1-17, 2016 (in press).

Nemcovsky CE, Libfeld H, Zubery Y. Effect of non-erupted 3rd molars on distal roots and supporting structures of approximal teeth. A radiographic survey of 202 cases. J Clin Periodontol. 1996 Sep;23(9):810-5.

Nunn ME, Fish MD, Garcia RI, Kaye EK, Figueroa R, Gohel A, Ito M, Lee HJ, Williams DE, Miyamoto T. Retained asymptomatic third molars and risk for second molar pathology. J Dent Res. 2013 Dec;92(12):1095-9. doi: 10.1177/0022034513509281. Epub 2013 Oct 16.

Oenning AC, Melo SL, Groppo FC, Haiter-Neto F. Mesial inclination of impacted third molars and its propensity to stimulate external root resorption in second molars–a cone-beam computed tomographic evaluation. J Oral Maxillofac Surg. 2015 Mar;73(3):379-86.

Osunde OD, Adebola RA, Saheeb BD. A comparative study of the effect of suture-less and multiple suture techniques on inflammatory complications following third molar surgery. International Journal of Oral and Maxillofacial Surgery 2012; Vol. 41, issue 10:1275–9.

Osunde OD, Saheeb BD, Adebola RA. Comparative study of effect of single and multiple suture techniques on inflammatory complications after third molar surgery. Journal of Oral and Maxillofacial Surgery 2011;69:971–6.

Ozeç I, Hergüner Siso S, Taşdemir U, Ezirganli S, Göktolga G. Prevalence and factors affecting the formation of second molar distal caries in a Turkish population. Int J Oral Maxillofac Surg. 2009 Dec;38(12):1279-82.

Padhye MN, Dabir AV, Girotra CS, Pandhi VH. Pattern of mandibular third molar impaction in the Indian population: a retrospective clinico-radiographic survey. Oral Surg Oral Med Oral Pathol Oral Radiol. 2013 Sep;116(3):e161-6.

Pasqualini D, Cocero N, Castella A, Mela L, Bracco P. Primary and secondary closure of the surgical wound after removal of impacted mandibular third molars: a comparative study. International Journal of Oral and Maxillofacial Surgery 2005;34(1):52–7.

Pasupathy S, Alexander M. Antibiotic prophylaxis in third molar surgery. Journal of Craniofacial Surgery 2011;22: 551–3.

Petersen LB, Olsen KR, Christensen J, Wenzel A. Image and surgery-related costs comparing cone beam CT and panoramic imaging before removal of impacted mandibular third molars. Dentomaxillofac Radiol. 2014;43(6):20140001.

Petersen LB, Vaeth M, Wenzel A. Neurosensoric disturbances after surgical removal of the mandibular third molar based on either panoramic imaging or cone beam CT scanning: A randomized controlled trial (RCT). Dentomaxillofac Radiol. 2016;45(2):20150224.

Pogrel MA, Lee JS, Muff DF. Coronectomy: a technique to protect the inferior alveolar nerve. J Oral Maxillofac Surg. 2004;62:1447–52.

Polat HB, Ozan F, Kara I, Ozdemir H, Ay S. Prevalence of commonly found pathoses associated with mandibular impacted third molars based on panoramic radiographs in Turkish population. Oral Surg Oral Med Oral Pathol Oral Radiol Endod. 2008 Jun;105(6):e41-7.

Praveen G, Rajesh P, Neelakandan RS, Nandagopal CM. Comparison of morbidity following the removal of mandibular third molar by lingual split, surgical bur and simplified split bone technique. Indian Journal of Dental Research 2007;18(1):15–8.

Ragno JR Jr, Szkutnik AJ: Evaluation of 0.12% chlorhexidine rinse on the prevention of alveolar osteitis. Oral Surg Oral Med Oral Pathol 72:524, 1991

Rakprasitkul S, Pairuchvej V. Mandibular third molar surgery with primary closure with a drain. International Journal of Oral and Maxillofacial Surgery 1997;26(3): 187–90.

Refo’a Y, Ouatik N, Golchin F, Mahboobi N. Comparing primary and secondary wound healing discomfort after mandibular third molar surgery: a randomized, double blind clinical trial. General Dentistry 2011; Vol. 59, issue 4:310–3.

Renton T, Hankins M, Sproate C, McGurk M. A randomised controlled clinical trial to compare the incidence of injury to the inferior alveolar nerve as a result of coronectomy and removal of mandibular third molars. British Journal of Oral and Maxillofacial Surgery 2005;43(1): 7–12.

Ritzau M, Hillerup S, Branebjerg PE, Ersbol BK. Does metronidazole prevent alveolitis sicca dolorosa? A doubleblind, placebo-controlled clinical study. International Journal of Oral and Maxillofacial Surgery 1992;21(5): 299–302.

Rodríguez Sánchez F, Rodríguez Andrés C, Arteagoitia Calvo I. Does Chlorhexidine Prevent Alveolar Osteitis After Third Molar Extractions? Systematic Review and Meta-Analysis. J Oral Maxillofac Surg. 2017 Jan 13. pii:S0278-2391(17)30020-4. doi: 10.1016/j.joms.2017.01.002

Rodrıguez-Perez M, Bravo-Perez M, Sanchez-Lopez JD, et al: Effectiveness of 1% versus 0.2% chlorhexidine gels in reducing alveolar osteitis from mandibular third molar surgery: A randomized, double-blind clinical trial. Med Oral Patol Oral Cir Bucal 18: e693, 2013

Roode GJ, Butow K. An alternative surgical flap design for impacted third molars: a comparison of two different surgical tech-niques. SADJ 2010;65(6):246, 248-51.

Rubio-Palau J, Garcia-Linares J, Hueto-Madrid JA, et al: Effect of intra-alveolar placement of 0.2% chlorhexidine bioadhesive gel on the incidence of alveolar osteitis following the extraction of mandibular third molars. A double-blind randomized clinical trial. Med Oral Patol Oral Cir Bucal 20:e117, 2015

Rullo R, Addabbo F, Papaccio G, D’Aquino R, Festa VM. Piezoelectric device vs. conventional rotative instruments in impacted third molar surgery: relationships between surgical difficulty and postoperative pain with histological evaluations. Journal of Cranio-Maxillo-Facial Surgery 2013; 41(2):e33–8. [PUBMED: 22890087]

Saglam AA. Effects of tube drain with primary closure techniques on postoperative trismus and swelling after removal of fully impacted mandibular third molars. Quintessence International 2003;34(2):143–7.

Sandhu A, Sandhu S, Kaur T. Comparison of two different flap designs in the surgical removal of bilateral impacted mandibular third molars. International Journal of Oral and Maxillofacial Surgery 2010;39(11):1091–6.

Sekhar CH, Narayanan V, Baig MF. Role of antimicrobials in third molar surgery: prospective, double blind, randomized, placebo-controlled clinical study. British Journal of Oral & Maxillofacial Surgery 2001; Vol. 39, issue 2:134–7. Absi EG, Shepherd JP. A comparison of morbidity following the removal of lower third molars by lingual split and surgical bur methods. International Journal of Oral and Maxillofacial Surgery 1993;22(3):149–53.

Shin SM, Choi EJ, Moon SY. Prevalence of pathologies related to impacted mandibular third molars. Springerplus. 2016 Jun 29;5(1):915.

Shiratori K, Nakamori K, Ueda M, Sonoda T, Dehari H. Assessment of the shape of the inferior alveolar canal as a marker for increased risk of injury to the inferior alveolar nerve at third molar surgery: a prospective study. J Oral Maxillofac Surg. 2013 Dec;71(12):2012-9.

Shugars DA, Elter JR, Jacks MT, White RP, Phillips C, Haug RH, Blakey GH. Incidence of occlusal dental caries in asymptomatic third molars. J Oral Maxillofac Surg. 2005 Mar;63(3):341-6.

Srinivas DR. Effect of Surgical Tube Drain with Primary Closure Technique after Removal of Impacted Mandibular Third Molars – a Clinical Study (Dissertation). Kamataka, Bangalore: Rajiv Gandhi University of Health Sciences. Karnataka, Bangalore, India: Rajiv Gandhi University of Health Sciences, 2006:1–51.

Srivastava N, Shetty A, Goswami RD, Apparaju V, Bagga V, Kale S. Incidence of distal caries in mandibular second molars due to impacted third molars: Nonintervention strategy of asymptomatic third molars causes harm? A retrospective study. Int J Appl Basic Med Res. 2017 Jan-Mar;7(1):15-19.

Stathopoulos P, Mezitis M, Kappatos C, Titsinides S, Stylogianni E. Cysts and tumors associated with impacted third molars: is prophylactic removal justified? J Oral Maxillofac Surg. 2011 Feb;69(2):405-8.

Sweet JB, Butler MS, Drager JL. Effects of lavage techniques with third molar surgery. Oral Surgery, Oral Medicine, and Oral Pathology 1976;41(2):152–68.

Tantanapornkul W, Okouchi K, Fujiwara Y, Yamashiro M, Maruoka Y, Ohbayashi N, Kurabayashi T. A comparative study of cone-beam computed tomography and conventional panoramic radiography in assessing the topographic relationship between the mandibular canal and impacted third molars. Oral Surg Oral Med Oral Pathol Oral Radiol Endod. 2007 Feb;103(2):253-9.

Tjernberg A: Influence of oral hygiene measures on the development of alveolitis sicca dolorosa after surgical removal of mandibular third molars. Int J Oral Surg 8:430, 1979

Toedtling V, Coulthard P, Thackray G. Distal caries of the second molar in the presence of a mandibular third molar – a prevention protocol. Br Dent J. 2016 Sep 23;221(6):297-302.

Torres-Lagares D, Gutierrez-Perez JL, Infante-Cossio P, et al: Randomized, double-blind study on effectiveness of intra-alveolar chlorhexidine gel in reducing the incidence of alveolar osteitis in mandibular third molar surgery. Int J Oral Maxillofac Surg 35:348, 2006

Ventä I, Kylätie E, Hiltunen K. Pathology related to third molars in the elderly persons. Clin Oral Investig. 2015 Nov;19(8):1785-9.

Ventä I, Meurman JH, Murtomaa H, Turtola L. Effect of erupting third molars on dental caries and gingival health in Finnish students. Caries Res. 1993;27(5):438-43.

Ventä I, Vehkalahti MM, Huumonen S, Suominen AL. Signs of disease occur in the majority of third molars in an adult population. Int J Oral Maxillofac Surg. 2017 Aug 16. pii: S0901-5027(17)31533-3.

von Wowern N, Nielsen HO. The fate of impacted lower third molars after the age of 20. A four-year clinical follow-up. Int J Oral Maxillofac Surg. 1989 Oct;18(5):277-80.

Wang D, He X, Wang Y, Li Z, Zhu Y, Sun C, Ye J, Jiang H, Cheng J. External root resorption of the second molar associated with mesially and horizontally impacted mandibular third molar: evidence from cone beam computed tomography. Clin Oral Investig. 2017 May;21(4):1335-1342.

Welch VA, Akl EA, Guyatt G, Pottie K, Eslava-Schmalbach J, Ansari MT, de Beer H, Briel M, Dans T, Dans I, Hultcrantz M, Jull J, Katikireddi SV, Meerpohl J, Morton R, Mosdol A, Petkovic J, Schünemann HJ, Sharaf RN, Singh JA, Stanev R, Tonia T, Tristan M, Vitols S, Watine J, Tugwell P. GRADE equity guidelines 1: considering health equity in GRADE guideline development: introduction and rationale. J Clin Epidemiol. 2017 Oct;90:59-67.

Wijs RW, Karssemakers LH, Becking AG. [Coronectomy. An alternative for complete removal of the third molar in the lower jaw]. Ned Tijdschr Tandheelkd. 2010 Jun;117(6):337-40.

Winter G.B. Impacted mandibular third molars. St Louis: American Medical Book Co.; 1926. p. 241–79.

Wu TH, Lin WC, Chen WK, Chang YC, Hwang JJ. Predicting cancer risks from dental computed tomography. J Dent Res. 2015 Jan;94(1):27-35.

Xavier RL, Vasconcelos BC, Caubi AF, Porto GG, Maurette MA. Passive drainage through the vestibular oblique incision in impacted inferior third molar surgery: a preliminary study. Acta Odontologica Latinoamericana 2008; Vol. 21, issue 1:57–63.

Yamalik K, Bozkaya S. The predictivity of mandibular third molar position as a risk indicator for pericoronitis. Clin Oral Investig. 2008 Mar;12(1):9-14.

Yamaoka M, Furusawa K, Ikeda M, Hasegawa T. Root resorption of mandibular second molar teeth associated with the presence of the third molars. Aust Dent J. 1999 Jun;44(2):112-6.

Zandi M, Shokri A, Heidari A, Masoud Peykar E. Objectivity and reliability of panoramic radiographic signs of intimate relation-ship between impacted mandibular third molar and inferior alveolar nerve. Oral Maxillofac Surg. 2015 Mar;19(1):43-8.

Zhou J, Hu B, Liu Y, Yang Z, Song J. The efficacy of intra-alveolar 0.2% chlorhexidine gel on alveolar osteitis: a meta-analysis. Oral Dis. 2016 Aug 1. doi: 10.1111/odi.12553