Richtlijn

Antitrombotica (2019)

Taakverdeling in de keten

Uitgangsvraag 4: Taakverdeling in de keten (samenwerking tussen diverse zorgverleners)

-

Het gaat hierbij om organisatorische aspecten rondom verantwoordelijkheden, verwijzing en dossiervorming.

Aanbevelingen

+

De Taakverdeling wordt weergegeven in onderstaand stroomdiagram

Klik op het plaatje voor een vergrote versie

stroomdiagram

  • DOAC: direct werkende orale anticoagulantia
  • INR: International Normalized Ratio
  • LMWH: laag moleculair gewicht heparinen TAR: trombocytenaggregatieremmer
  • VKA: vitamine K antagonist

Overwegingen bij uitgangsvraag 4

-

Taakverdeling in de keten (samenwerking tussen diverse zorgverleners) (71, 72)

Bij de mondzorgverlener zijn twee momenten kritisch voor het verlenen van veilige zorg voor de patiënt die antitrombotica gebruikt:

1. De identificatie van de patiënt die antitrombotica gebruikt;
2. De patiënt die antitrombotica gebruikt krijgt een interventie.

Deze paragraaf geeft weer hoe de mondzorgverlener handelt in genoemde situaties en hoe hij/zij dit communiceert en afstemt in de keten.

Alle handelingen en momenten van afstemming dienen gevolgd te worden om te komen tot veilige zorg.

Communicatie met de patiënt

In het gesprek met de patiënt door mondzorgverlener komen in ieder geval aan bod:

  • Doel/reden van de behandeling of wijzigingen van eerder behandelplan;
  • Duur van de behandeling;
  • Uitleg over de werking van de antitrombotica, controles, gebruik en dosering en de relatie met de geplande interventie;
  • Mogelijke bijwerkingen en complicaties van de behandeling;
  • 24 uurs bereikbaarheid voor vragen van de patiënt (bij wie, voor wat en hoe bereikbaar);
  • Het belang van melden van ingrepen en veranderingen van medicatie voor eventuele aanpassing van de antitrombotica.

1. Patiënt gebruikt antitrombotica

Taken/verantwoordelijkheden van de mondzorgverlener:

  • Vraagt naar medicatiegebruik van de patiënt;
  • Registreert informatie over antitrombotica in de status van de patiënt.

2. Patiënt die antitrombotica gebruikt krijgt een interventie

Taken/verantwoordelijkheden van de mondzorgverlener:

  • Stelt diagnose en spreekt een ingreep af;
  • Geeft patiënt een recept voor een tranexaminezuur mondspoeling (tenzij de patiënt een enkele trombocytenaggregatieremmer (‘mono-TAR’) gebruikt), en instrueer de patiënt dit tijdig, voorafgaand aan de ingreep, bij de apotheek af te geven gezien de bereidingstijd;
  • Geeft patiënt een patiëntenfolder mee die de processen rondom de ingreep beschrijven en/of verwijst naar een website met betrouwbare informatie;
  • Maakt een inschatting van de noodzakelijkheid van de ingreep en inventariseert het risico op een bloeding bij de patiënt conform de adviezen in uitgangsvraag 1 van deze klinische praktijkrichtlijn;
  • Werkt status van patiënt volledig bij wat betreft afspraken over antitrombotica.

Bij patiënten die een VKA gebruiken, al dan niet in combinatie met een TAR, en die een bloedige ingreep moeten ondergaan

 

De uitvoerder van de ingreep

  • Overlegt bij een INR >3,5 of bij anderszins verhoogd bloedingsrisico (zie uitgangsvraag 1, kader 1) met trombosedienst/expertisecentrum of met de voorschrijver over eventuele aanpassing van de medicatie;
  • Bespreekt met de patiënt om de INR maximaal 24 uur voor de ingreep te laten controleren;
  • Informeert trombosedienst/expertisecentrum uiterlijk een week voor de ingreep over datum en type ingreep;
  • Informeert trombosedienst/expertisecentrum na de ingreep over eventuele complicaties (met name nabloedingen).

De trombosedienst/het expertisecentrum:

  • Geeft terugkoppeling aan de uitvoerder over de INR die maximaal 24 uur voor de ingreep is bepaald;
  • Regelt dosering (of eventueel ‘bridging’ met LMWH) van de VKA en communiceert dit met patiënt en met de uitvoerder.

Onderbouwing bij uitgangsvraag 4

-

Deze paragraaf is gebaseerd op de Landelijke Standaard Ketenzorg Antistolling voor de eerste- en tweedelijnszorg, in de overwegingen aangepast voor de mondzorg.(72)