Richtlijn

Antitrombotica (2019)

Patiënten informeren

Uitgangsvraag 3: Patiënten informeren

-

Welke informatie heeft de patiënt in de eerste-, tweede- en derdelijns mondzorg die een ingreep ondergaat die gepaard gaat met een bepaald risico op een nabloeding en die antitrombotica gebruikt, nodig om mee te kunnen beslissen over het al dan niet aanpassen van de antitrombotica voor die ingreep en de afweging van een trombo-embolisch event tegen het risico op een ernstige nabloeding?

Aanbevelingen bij uitgangsvraag 3

+

De mondzorgverlener dient de patiënten te informeren over de risico’s van continueren dan wel tijdelijk staken van antitrombotica bij het ondergaan van een bloedige ingreep in de mondzorg. Bij het geven van een tijdelijk stakingsadvies (volgens uitgangsvraag 1) hoort ook een advies voor het herstarten van de antitrombotica, eventueel in overleg met de voorschrijver dan wel trombosedienst/expertisecentrum.

Daarbij is het van belang om na te gaan of de patiënt de informatie heeft begrepen.

Overwegingen bij uitgangsvraag 3

-

Patiënten kunnen alleen zinvol meebeslissen over hun behandeling en de stappen die daarin genomen worden wanneer zij goed geïnformeerd zijn. Voor deze richtlijn is het van belang dat de voor- en nadelen van tijdelijk staken ten opzichte van elkaar gewogen worden. Daarbij gaat het om het verhoogde risico van een (ernstige) bloeding bij continueren van antitrombotica versus het verhoogde risico van een (ernstige) trombo-embolie bij tijdelijk staken van deze medicatie.

De mondzorgverlener kan de patiënt informeren over de grootte van het risico op een (ernstige) bloeding bij continueren van de antitrombotica. Om het risico op een (ernstige) trombo-embolie in te kunnen schatten kan het nodig zijn om te overleggen met de voorschrijver van de antitrombotica dan wel de trombosedienst/expertisecentrum.

De beslissing omtrent stoppen en continueren van antitrombotica dient in samenspraak genomen te worden tussen mondzorgverlener en patiënt. Het is de ervaring dat niet alle patiënten zelf een beslissing willen nemen. Het is belangrijk om te realiseren dat voor de patiënt in het algemeen een trombose veel bedreigender is dan een ernstige bloeding.