Mondzorg voor Jeugdigen preventie en behandeling van cariës (2020)
Melkdentitie
In deze module is de behandeling van niet-gecaviteerde dentinelaesies bij kinderen met melkelementen beschreven. De behandelopties die in deze module zijn afgewogen zijn, naast het Advies Cariëspreventie, fluoridemaatregelen in de vorm van fluoridegel en fluoridevernis.
Kwaliteit van bewijs
De mogelijke behandelingen die een mondzorgverlener kan toepassen om de cariësactiviteit tot stilstand te brengen, aanvullend aan het bewerkstelligen van gedragsverandering, zijn het toepassen van fluoridemaatregelen: fluoridegel of fluoridevernis. De systematische analyse van de literatuur toont met redelijke bewijskracht aan dat fluoridevernis met een hoge concentratie fluoride (circa 20.000 ppm F) waarschijnlijk een klinisch relevant effect heeft in het voorkomen van cariës ten opzichte van alleen poetstraining. Met lage bewijskracht werd aangetoond dat fluoridegel mogelijk een klein, maar wellicht niet klinisch relevant, effect kan hebben in het voorkomen van cariës ten opzichte van poetstraining alleen. Het is niet duidelijk of de fluoridemaatregelen alleen zijn toegepast op de cariëslaesie of op de gehele dentitie.
Professioneel perspectief
Een behandeling met effect op langere termijn voor kinderen met niet-gecaviteerde laesies in een melkelement, richt zich op het kind en diens ouders/verzorgers en daarnaast op het element met de cariëslaesie. Opvolgen van het Advies Cariëspreventie, te weten tweemaal daags twee minuten zorgvuldig poetsen met fluoridetandpasta passend bij de leeftijd van het kind, en maximaal zeven eet- en drinkmomenten per dag, kan (helpen) het cariësproces tot stilstand te brengen. De grote meerwaarde van deze benadering is dat ook de andere elementen hiervan profiteren en cariëslaesies in de toekomst voorkómen kunnen worden.
Het is belangrijk dat met het kind en de ouders/verzorgers wordt besproken in hoeverre het Advies Cariëspreventie wordt opgevolgd. Als dat onvoldoende wordt gedaan, is het van belang om samen met het kind en de ouders te bespreken waarom dat niet gebeurt. De mondzorgverlener heeft een actieve rol om samen met de ouders/verzorgers mee te denken over oplossingen hoe gezond mondgedrag ingebouwd kan worden in de dagelijkse routine van het gezin. Geef het kind en/of de ouders/verzorgers training/coaching en motiveer het kind en/of de ouders/verzorgers tot een gezonde leefstijl waaronder tandenpoetsen met fluoridetandpasta. Bepaal in samenspraak met het kind en/of de ouders/verzorgers de termijn waarop de gedragsverandering wordt geëvalueerd. De ROC vindt de betrokkenheid van de ouders van belang, zeker tot kinderen tot 10-12 jaar oud zijn. Ouders/verzorgers zijn verantwoordelijk voor de goede zorg voor hun kinderen. Een aspect daarvan is het ondersteunen en bevorderen van de gezondheid van hun kinderen.
Zij kunnen in grote mate bijdragen aan een dagelijkse routine waarin tandenpoetsen en het beperken van het aantal eet- en drinkmomenten per dag vanzelfsprekend is.
Om cariësactiviteit tot stilstand te brengen kan, indien nodig, naast training en motivatie, een tijdelijke fluoridemaatregel genomen worden. De mondzorgverlener kan het kind en/of ouders/verzorgers adviseren om te poetsen met een tandpasta met een hogere fluorideconcentratie (kinder-, junior-, tandpasta voor volwassenen tot max. 1.500 ppm F). Om het risico op fluorose beperkt te houden, wordt geadviseerd om een halve centimeter tandpasta te gebruiken (zie het Advies Cariëspreventie voor meer informatie over fluoride en poetsfrequentie).
Indien nodig kan de mondzorgverlener aanvullend tijdelijk een fluoridevernis toepassen. Fluoridevernis lijkt effectiever, en het bewijs ervoor is krachtiger, dan voor fluoridegel. Daarnaast is fluoridevernis ook de meest veilige optie. Er wordt minder fluoride gebruikt omdat het lokaal geappliceerd wordt. Ook is het risico op inslikken van de fluoridevernis vele malen kleiner tijdens het appliceren dan bij fluoridegel. Bij de toepassing van fluoridevernis wordt geadviseerd om kwastjes te gebruiken en slechts een dun laagje fluoridevernis op de cariëslaesies aan te brengen om het risico van overgevoeligheid voor colofonium te beperken. De toepassing van de fluoridevernis vindt maximaal 4x per jaar plaats tot de actieve cariëslaesies inactief (arrested) zijn geworden.
Waarden en voorkeuren van patiënten
Er is geen onderzoek gedaan naar de patiënttevredenheid over het toepassen van fluoridevernis of fluoridegel. De ervaring van de ROC is dat fluoridevernis als iets prettiger wordt ervaren. Voor jeugdigen en hun ouders/verzorgers is het belangrijk dat zij geïnformeerd mee kunnen beslissen over preventie en behandeling. Het belang van het kind staat hierin altijd centraal.
Balans van gunstige en ongunstige effecten
Zowel fluoridegel als fluoridevernis kennen gunstige effecten; beide opties kunnen een niet-gecaviteerde dentinelaesie mogelijk tot stilstand brengen. Dat is voor fluoridevernis met meer zekerheid aangetoond dan voor fluoridegel. Bij fluoridegel bestaat een risico op het inslikken van de gel, gebruik bij kinderen jonger dan 5 jaar is daarom gecontra-indiceerd. Daarnaast wordt fluoridevernis mogelijk als iets prettiger ervaren dan fluoridegel. De gunstige effecten (de cariësactiviteit tot stilstand brengen en het patiëntcomfort) ten opzichte van ongunstige effecten (risico’s van inslikken van fluoride) zijn voor fluoridevernis positiever dan voor fluoridegel.
Aanvaardbaarheid en haalbaarheid
Het risico op inslikken van fluoridegel is voor alle kinderen, maar helemaal voor kinderen tot 5 jaar, groot. Inslikken van de fluoridegel kan toxisch zijn, zeker op jonge leeftijd. Zodoende is fluoridegelapplicatie voor kinderen op jonge leeftijd niet aanvaardbaar.
Als de mondzorgverlener onvoldoende resultaat boekt of verwacht te kunnen boeken met motivatie, training en instrueren, kan overwogen worden het kind door te verwijzen naar een mondzorgverlener die affiniteit heeft met kinderen. Dit is in het bijzonder van belang bij het moeten motiveren van het kind en/of de ouders/verzorgers. Zorgverleners van de Jeugdgezondheidszorg hebben veel ervaring met motiverende gespreksvoering. Een verwijzing naar Jeugdgezondheidszorg kan ook worden overwogen (zie uitgangsvraag 4).
Vanuit het oogpunt van doelmatigheid adviseert de ROC professionele fluoridemaatregelen alleen te nemen als er sprake is van cariësactiviteit en enkel op de locaties waar de cariësactiviteit zich bevindt.
Rationale voor de aanbeveling
Gezien de voordelen in effectiviteit wordt het appliceren van een fluoridevernis met een hoge concentratie fluoride (circa 20.000 ppm F) op aangetaste vlakken aangeraden totdat cariësactiviteit tot stilstand is gebracht. Het patiëntcomfort, de toepasbaarheid en beperkte gezondheidsrisico’s spelen bij deze afweging mede een rol. Het belangrijkste is echter het kind en/of de ouders/verzorgers te instrueren en/of te motiveren het Advies Cariëspreventie te volgen.
Hieronder vindt u een overzicht van alle bijlagen horende bij de KPR Mondzorg voor Jeugdigen Preventie en behandeling van cariës (2019)
- Bijlage 1 • Onderbouwing
- Bijlage 2 • Literatuursearch
- Bijlage 3 • Tabellen met studiekarakteristieken
- Bijlage 4 • GRADE Evidence profielen
- Bijlage 5 • Patiënteninformatie
- Bijlage 6 • Excaveren van carieus dentine
- Bijlage 7 • Implementatie in de praktijk
- Bijlage 8 • Samenvatting commentaarronde
- Bijlage 9 • Het zorgpad
- Bijlage 10 • Referenties