Mondzorg voor aan huis gebonden kwetsbare ouderen (2021)
uitgangsvraag 3b
Infectiepreventiemaatregelen dienen om overdracht van pathogene micro-organismen te voorkomen. Hiervoor is van belang dat er een duidelijke scheiding is en blijft tussen schoon en vuil. De duidelijke scheiding in tijd en plaats vóór een volgende mondzorgverlener handeling plaatsvindt, helpt hierbij. De thuisomgeving van de patiënt is reeds aanzienlijk gecontamineerd met zijn micro-organismen. Er is geen significant verschil tussen micro-organismen zoals bacteriën, virussen en gisten van patiënten die thuis wonen en die in een verzorgingshuis wonen (Roghmann, 2017). Mensen verspreiden continu micro-organismen in hun omgeving: door direct contact met oppervlakken, voorwerpen en personen, verlies van huidcellen en aerosolproductie (niezen, gastro-intestinaal; Davis, 2012; Leung & Lee, 2016). De micro-organismen kunnen terecht komen op zowel medebewoners en huisdieren, als op oppervlakken en voorwerpen. De mondzorgverlener dient de contaminatie van de omgeving niet te verergeren en micro-organismen niet in de mondholte van de patiënt te introduceren.
Vooral de productie van spatten en aerosol maakt de verspreiding van micro-organismen moeilijk beheersbaar; ze kunnen tot wel 2,5 m rond het hoofd van de patiënt komen. De meeste micro-organismen komen echter neer vlak voor het gezicht van de patiënt (Zemouri, 2020). Dit kan worden opgevangen op een wegwerpschort of een handdoek die na afloop wordt gewassen. Daarnaast is het van belang te zorgen dat het leidingsysteem van de mondzorgunit niet besmet raakt.
Dit kan bijvoorbeeld door een desinfectans aan kraanwater toe te voegen of gebruik te maken van water van een gecontroleerde kwaliteit, zoals flessenwater. Na afloop moet de unit worden doorgespoeld, zoals gebruikelijk in de mondzorgpraktijk. Een alternatief is om te kiezen voor behandelmethoden waarbij geen spatten en aerosol worden geproduceerd, zoals bij gebruik van handinstrumentarium.
De verwerking van de materialen en instrumenten moet in de praktijk plaatsvinden volgens de reguliere procedures. Om indroging van vuil te voorkomen, moet dit zo snel mogelijk na de behandeling plaatsvinden. Daarvoor is eerst transport nodig, waarbij de omgeving niet gecontamineerd mag raken (WIP-richtlijn Bewaren en transporteren van gebruikt instrumentarium voor sterilisatie, 2007). De transportbakken voorkomen contact met de omgeving en er kan geen vloeistof uit lekken. De buitenzijde van transportbakken en eventuele mondzorgunits zijn schoon voor het transport. Draag altijd werkkleding tijdens behandeling en verpak deze voor en na gebruik, ook tijdens het reizen om te voorkomen dat de kleding het voertuig contamineert. Dit kan bijvoorbeeld door de werkkleding, zoals een lange witte jas, aan te trekken in de woning van de patiënt. Na de behandeling kan de lange witte jas worden uitgetrokken, en verpakt in een schone stevige plastic tas die afgesloten wordt. Bij een eventueel volgend huisbezoek op dezelfde dag, kan de (lange) witte jas weer in de woning worden aangetrokken en erna vervoerd worden in een nieuwe schone stevige plastic tas. Als alternatief kan gekozen worden voor een wegwerp overschort.
Onderbouwing
Literatuursearch en -selectie
Hiervan werden geen referenties geïncludeerd voor de beoordeling als volledig artikel. Wel is voor deze uitgangsvraag literatuur aangedragen door de ROC leden die niet is gekomen uit de zoekactie, omdat deze buiten het bestek van de zoekactie viel. Deze literatuur is beschreven in de overwegingen en heeft bijgedragen in de formulering van de aanbevelingen.
Conclusies
Er zijn geen conclusies geformuleerd voor deze vraag.
Hieronder vindt u een overzicht van alle bijlagen horende bij de KPR Mondzorg voor aan huis gebonden kwetsbare ouderen (2021)
- Bijlage 1 • Literatuursearch
- Bijlage 2 • Tabellen met studiekarakteristieken
- Bijlage 3 • GRADE Evidence profielen
- Bijlage 4 • Voorbeeld van werkinstructie handheld röntgentoestel
- Bijlage 5 • Nadere toelichting op wils(on)bekwaamheid en (on)coöperatief gedrag
- Bijlage 6 • Patiënteninformatie
- Bijlage 7 • Implementatie in de praktijk
- Bijlage 8 • Samenvatting commentaarronde
- Bijlage 9 • Informatieparagraaf
- Bijlage 10 • Referenties