Hoogleraar Orale Geneeskunde Fred Rozema over de nieuwe richtlijn Antitrombotica en het KIMO

‘Het is zoeken naar een evenwicht tussen wetenschap en klinisch belang’

Hoogleraar Orale Geneeskunde Fred Rozema was voorzitter van de Richtlijn Ontwikkel Commissie (ROC) die de nieuwe Klinische Praktijkrichtlijn Antitrombotica opstelde. ‘Ik denk dat een onafhankelijk kwaliteitsinstituut een voorwaarde is voor een goede beroepsuitoefening’.

‘Een nieuwe richtlijn Antitrombotica was hard nodig, want de vorige dateerde alweer van 2012. Er is inmiddels een aantal nieuwe middelen op de markt, en daar moet je in zo’n richtlijn natuurlijk op ingaan. Maar er is een belangrijker verschil. De vorige richtlijn was vooral gebaseerd op het voorkomen van nabloedingen. Heel logisch vanuit de mondzorg geredeneerd, maar in een breder kader niet juist. Antistollingsmiddelen worden namelijk niet voor niets voorgeschreven. Het zijn belangrijke geneesmiddelen. Een trombose kan zeer ernstige problemen opleveren en je moet dus alleen maar stoppen met medicatie als het echt niet anders kan.’

Dat zegt Fred Rozema, hoogleraar Orale Geneeskunde aan ACTA en Amsterdam UMC. Hij is voorzitter van de ROC die de  nieuwe richtlijn Antitrombotica vaststelde. Antitrombotica zijn alle middelen die trombose (een bloedstolling in een intact bloedvat) voorkomen of behandelen. Er leven veel vragen over het gebruik hiervan bij een bloedige ingreep in de mond, want Antitrombotica geven een verhoogd risico op nabloedingen. In het verleden werd daarom vaak geadviseerd om het gebruik tijdelijk stop te zetten. Uit de nieuwe richtlijn wordt dus duidelijk dat het vaak verantwoord en beter is om dit niet te doen.

Rode draad

‘Zo veranderen de inzichten, en dat is een goeie zaak,’ aldus Rozema. ‘Het was natuurlijk een afweging, maar die afweging was niet zo heel moeilijk te maken. ‘Er is inmiddels veel literatuur op dit vlak, dus je kunt goed bepalen wanneer het staken van Antitrombotica wenselijk is en wanneer niet.’ De rode draad in de nieuwe richtlijn is dat de klinische inschatting van de tandarts erg belangrijk is, bijvoorbeeld of er risico verhogende factoren voor bloedingen zijn. ‘Voor patiënten die bij de trombosedienst lopen is er niets veranderd ten opzichte van de oude richtlijn. Maar bij patiënten die een combinatie van verschillende Antitrombotica gebruiken, moet er overleg plaatsvinden met de voorschrijvend arts.’

De volledige tekst van dit interview in SDU Magazine is hier te lezen.