‘Een essentiële en zeer duidelijke cursus’

De EBRO-cursussen, bedoeld voor iedereen die bij het KIMO betrokken is, mogen zich in een groeiende belangstelling verheugen. Twee deelnemers vertellen over hun ervaringen.

Stel, je wilt een richtlijn maken over een onderwerp dat je ter harte gaat. Hoe pak je dat aan? Dit is een van de opdrachten in de cursus Evidence Based Richtlijn Ontwikkeling (EBRO) die KIMO organiseert.

‘Een interessante opdracht, waardoor het allemaal dichtbij komt,’ aldus tandarts Leontien Kruiskamp, die deelnam aan de meest recente EBRO-cursus. Ze deed dit onder meer vanwege haar lidmaatschap van de Richtlijn Advies Commissie (RAC) namens de KNMT. ‘Op zo’n manier wordt duidelijk wat richtlijnen voor tandartsen en de samenleving betekenen. Ook wordt helder uitgelegd hoe richtlijnen tot stand komen en aan welke eisen ze moeten voldoen.’

Deskundige docenten

De cursus bevat veel inhoudelijke informatie, vervolgt Leontien Kruiskamp. ‘Dirk Mettes, niet alleen vertrekkend KIMO-directeur maar ook een tandarts met een grote wetenschappelijke ervaring, en richtlijnmethodoloog Mariska Tuut wisselen elkaar af en vullen elkaar aan. Voor mensen die zich bezighouden met richtlijnontwikkeling is dit een essentiële en zeer duidelijke cursus.’

Ook MKA-chirurg Sophie Kuijpers nam deel. Ze deed dit vanuit haar functie als bestuurslid van de NVOI en als lid van de klankbordgroep van de nieuwe richtlijn Antistolling.

Het aantal deelnemers is beperkt, waardoor je de stof snel oppikt, vertelt ze. ‘Voor praktisch ingestelde professionals zoals ikzelf, staat de wereld van de meta-analyses, statistiek en literatuursearches wat verder van je af. Om dan de verschillende stappen in de ontwikkeling van een richtlijn in klein comité door te lopen, werkt verhelderend.’

Geen gevaar

Specifiek heeft Sophie Kuijpers geleerd wat de systematische stappen zijn die je moet zetten voor de ontwikkeling van een richtlijn. Ook werd de rol van de methodoloog duidelijk. ‘Fijn dat de methodoloog de literatuursearch voor ons doet,’ zegt ze.

‘Tot slot wil ik benadrukken dat ik een richtlijn niet zie als een gevaar, als iets waarmee derden ons om de oren kunnen slaan. Het is juist een instrument dat me helpt in het afwegen van mijn therapeutische keuzes, en de uitleg hiervan aan de patiënt. Daarnaast is een richtlijn gebaseerd op het meest actuele wetenschappelijk onderzoek. Dus je bent snel up to date.’